Oudemannenhuis (Haarlem): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Gebruik: verbouwingen
Regel 38:
 
==Gebruik==
Op 1 februari 1609 betrokken de eerste oude mannen het gebouw. Het warenomvatte toen dertig kleine huisjes naast elkaar, gebouwd rondom een vierkante binnentuin en aan een zijde het hoofdgebouw met daarin een eetzaal. In elk huisje woonden twee mannen. Er konden daardoor maximaal 60 oude mannen wonen. In 1810 verhuisden de oude mannen naar het Proveniershuis aan de Grote Houtstraat.
 
Vanaf 1810 werd het ''Gereformeerd- of Burgerweeshuis'' in het gebouw gevestigd dat eerder was opgericht door [[Coenraad Cuser]]<ref>https://www.gbwhaarlem.nl/geschiedenis/</ref>. De zoldershuisjes vanaan de huisjesweerszijden werden doorgebrokenhiervoor afgebroken, zodathet erhoofdgebouw ruimteen de ontstondpoort voorbleven slaapzalenbehouden. 127 wezen werden er ondergebracht. In 1854 werd het weeshuis eigendom van de [[Nederlandse Hervormde Kerk]]. Er werd ook nieuw personeel aangenomen, naast de binnenvader en de binnenmoeder. Er kwamen – in de geest van de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] - nu ook een naaimoeder, een schoolmeester en een kinderjuffrouw in dienst. In 1858 werd het gebouw uitgebreid met twee klaslokalen. Ook stadskinderen konden er terecht voor onderwijs. De schrijver [[Jacobus van Looy]] was een van de wezen die daar heeft geleefd en er zijn autobiografische cyclus ''Jaapje-Jaap-Jakob'' over heeft geschreven<ref>tekst [http://www.dbnl.org/tekst/looy001jaap01_01/ Jaapje], van Looy, 1917</ref>. Het gebouw werd begin 20e eeuw te klein en te duur in onderhoud. De wezen verhuisden naar een nieuw weeshuis, het Coen Cuser Huis, in de Olieslagerslaan.
 
[[Bestand:M-Frans Hals Museum.JPG|thumb|250px|Het gebouw rond 1915 als museum]]
De gemeente kocht het pand weer terug van de kerk om er de stedelijke kunstcollectie onder te brengen die voorheen tentoongesteld werd in het stadhuis. DelenDe vleugels van het regelmatig aangepaste gebouw wordenwerden gesloopt en in vroeg-17e-eeuwse stijlneorenaissancestijl weer opgebouwd naar een ontwerp van stadsarchitect [[Lucas Christiaan Dumont|L.C Dumont]]<ref>Piet Roos,J. Bart Uittenhout, Architectuurgids Haarlem, 2005</ref>. De oorspronkelijke plattegrond, de toegangspoort en het hoofdgebouw met de oude eetzaal, de regentenkamers en de ziekenzaal van de oude mannen blijven gehandhaafd. Op 14 mei 1913 werd het als museum geopend. Het werd genoemd naar Haarlems beroemdste kunstenaar: Frans Hals.
<gallery>
Frans Hals - De regenten van het oudemannenhuis.jpg|De regenten van het oudemannenhuis geschilderd door Frans Hals