Laurens Bogtman: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Winterreise - Koppeling(en) gewijzigd naar Winterreise (Schubert)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
| zangstem = [[bariton (zangstem)|bariton]]
}}
'''Lourens Albertus "Laurens" Bogtman''' <ref>Zijn geboorteakte vermeldt Lourens Albertus Bogtman</ref> ([[Oudkarspel]], [[8 februari]] [[1900]] – [[Kopenhagen]], [[11 november]] [[1969]]) was een Nederlands [[bariton (zangstem)|bariton]]zanger.
 
== Levensloop ==
'''Laurens Bogtman''' <ref>Zijn geboorteakte vermeldt Lourens Albertus Bogtman</ref> ([[Oudkarspel]], [[8 februari]] [[1900]] – [[Kopenhagen]], [[11 november]] [[1969]]) was een Nederlands [[bariton (zangstem)|bariton]]zanger.
Hij werd geboren binnen het gezin van schilder [[Cornelis Bogtman]]. <ref>CornelisZijn Bogtmanoom (1873-1943)is was een broer vankunstenaar [[Willem Bogtman]]. en vader van Cathrien en NelliLaurens Bogtman; hij had een verffabriekje in Hilversum, dat later dienst deed als kunstenaarsatelier.</ref> en Grietje van der Oord. Hij was ridder in de [[Orde van Oranje Nassau]]. Hij kreeg in 1960 als eerste de Cultuurprijs van de gemeente [[Haarlem]].
 
Onder de naam Louis Bogtman werkte hij enige tijd in de [[kunstnijverheid]], waarvan van 1915 tot 1917 bij oom [[Willem Bogtman]]. <ref>[http://www.amsterdamse-school.nl/themas/organisaties-(historisch)/kunstnijverheidsatelier-bogtman-in-hilversum/ Amsterdamse School, kunstnijverheid]</ref> Hij was goed in [[batik]]- en [[borduren|borduurwerk]], maar maakte ook vazen. Bogtman kreeg al als tiener zanglessen van bariton [[Max Kloos]]. Vanaf ongeveer 1930 studeerde hij zang bij de Oostenrijkse zangpedagoog [[Otto Iro]] en bij [[Aaltje Noordewier-Reddingius]].
Hij werd geboren binnen het gezin van schilder Cornelis Bogtman <ref>Cornelis Bogtman (1873-1943) was een broer van Willem Bogtman en vader van Cathrien en Nelli Bogtman; hij had een verffabriekje in Hilversum, dat later dienst deed als kunstenaarsatelier.</ref> en Grietje van der Oord. Hij was ridder in de [[Orde van Oranje Nassau]]. Hij kreeg in 1960 als eerste de Cultuurprijs van de gemeente [[Haarlem]].
 
Onder de naam Louis Bogtman werkte hij enige tijd in de [[kunstnijverheid]], waarvan van 1915 tot 1917 bij oom [[Willem Bogtman]]. <ref>[http://www.amsterdamse-school.nl/themas/organisaties-(historisch)/kunstnijverheidsatelier-bogtman-in-hilversum/ Amsterdamse School, kunstnijverheid]</ref> Hij was goed in [[batik]]- en [[borduren|borduurwerk]], maar maakte ook vazen. Bogtman kreeg al als tiener zanglessen van bariton [[Max Kloos]]. Vanaf ongeveer 1930 studeerde hij zang bij de Oostenrijkse zangpedagoog [[Otto Iro]] en bij [[Aaltje Noordewier-Reddingius]].
 
In 1932 debuteerde Bogtman in een concert van de Kölner Bachvereins. Hij trad internationaal op, onder andere in 1938 op de [[Salzburger Festspiele]]. Met het [[Koninklijk Concertgebouworkest|Amsterdam Concertgebouworkest]] onder leiding van [[Willem Mengelberg]] deed hij verschillende uitvoeringen van de ''[[Matthäus-Passion (J.S. Bach)|Matteüspassie]]'' (hij zou de rol van Christus meer dan 500 keer gezongen hebben, maar nimmer perfect, volgens hemzelf). Toch zong hij ook "klein": zo had hij ''[[Winterreise (Schubert)|Winterreise]]'' van [[Franz Schubert]] op zijn repertoire staan; hij zong het met [[Felix de Nobel]]. Hij zong over de gehele wereld, tot aan in [[Congo-Kinshasa|Congo]] aan toe.