Sensitiviteit en specificiteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k "vals" is ook goed, maar het woord is blijkbaar aaneen
Regel 2:
 
==Sensitiviteit==
De sensitiviteit van een [[test (geneeskunde)|geneeskundige test]] is het percentage terecht positieve uitslagen onder de zieke personen. Het is de verhouding tussen het aantal personen dat positief scoort en bij wie de door de test onderzochte ziekte daadwerkelijk aanwezig is, en het totaal van alle onderzochte personen met de ziekte (inclusief het aantal personen dat negatief scoort en bij wie de ziekte toch aanwezig is). Het is dus een maat voor de gevoeligheid van de test voor de onderzochte ziekte. Hoe hoger de sensitiviteit van een test, hoe groter de kans dat iemand die daadwerkelijk de ziekte heeft, een positieve testuitslag krijgt (weinig fout negatievevalsnegatieve uitslagen (weinig C)). Een testuitslag is positief indien de [[posterior kans]] (nakans, achteraf-kans) die erbij hoort groter is dan de nakans die bij het andere (het negatieve) testresultaat hoort.
 
==Specificiteit==
De specificiteit van een test is het percentage terecht negatieve testuitslagen onder de niet-zieke personen. De specificiteit van een test is de verhouding tussen het aantal terecht negatieve uitslagen (niet ziek, negatieve uitslag) en het totaal van alle gevallen waarbij de ziekte afwezig is. Het totaal van alle gevallen waarbij de ziekte afwezig is bestaat uit een som van de gevallen waarbij een foutpositieve uitslag (loos alarm) is verkregen en de gevallen die een terechte negatieve uitslag kregen. Zie de formules hieronder. Dus hoe hoger de specificiteit van een test, hoe groter de kans dat iemand die de ziekte niet heeft, een negatief testresultaat krijgt (weinig fout positievevalspositieve uitslagen (weinig B)).
 
==Ideale test vanuit het standpunt van sensitiviteit en specificiteit==