Jan te Winkel: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 40:
Te Winkel ging vervolgens Nederlands, [[Latijn]] en [[geschiedenis]] doceren aan het gymnasium in Groningen. Tegelijkertijd publiceerde hij taalkundige lesboekjes, boekbeoordelingen en wetenschappelijke artikelen. Ook bezorgde hij edities van [[Middelnederlands]]e teksten van onder meer Torec, [[Moriaen]] en [[Esopet]]. Daarnaast schreef hij een eerste deel van de ''Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde'', over de [[middeleeuwen]], en droeg hij bij aan de ''Grundriss der germanischen Philologie'' (1898) van [[Hermann Paul]] met een artikel over de geschiedenis van de Nederlandse taal en literatuur.
In 1892 werd Te Winkel benoemd tot hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde en in het Oudgermaans aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Hij bekleedde deze functie tot 1919. Te Winkel werkte tijdens zijn hoogleraarschap verder aan zijn
==Lidmaatschappen en commissies==
|