Slag aan de Berezina: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k je kunt niet afwisselend binnen één passage (en binnen één zin) de o.t.t. en de o.v.t. gebruiken
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen oplossing voor doorverwijzing: Kanonnen - Koppeling(en) gewijzigd naar kanon (geschut)
Regel 43:
De achtervolgende Russische legers onder bevel van Koetoezov sloegen op 28 november in een sneeuwstorm toe om de op de noordoever achtergebleven troepen in te sluiten. Ondertussen trokken de troepen van Tsjitsjagov, die zijn vergissing ondertussen had ingezien, op naar het reeds overgestoken Franse leger onder bevel van [[Nicolas Charles Oudinot|Oudinot]]. Ze slaagden er echter niet in de Fransen terug te dringen. In de daaropvolgende slag wist een deel van de troepen, bestaande uit de nog overlevende Nederlandse [[pontonnier]]s, de 123e en 124e (Nederlandse) regimenten [[infanterie]], het 14e regiment [[kurassier]]s en de 'division de cavalerie du corps' van het 2e corps het te overleven. De Nederlandse troepen dekten twee dagen lang de aftocht. Twee derde van de soldaten werd gedood of gewond en het restant gaf zich op 28 november over. Van de Pontonniers overleefden slechts de commandant Kapitein [[George Diederich Benthien]], [[sergeant-majoor]] Ary Schröder en zes van hun mannen.
 
In de ochtend van 29 november gaf [[Jean-Baptiste Eblé]] bevel de brug te vernietigen. De keizer en een schamel restant van zijn leger waren ontsnapt. Schattingen over de verliezen aan beide zijden tijdens dit militair treffen lopen sterk uiteen. Historici zijn het er nu over eens dat de Fransen in drie dagen tijd 25 000 man verloren, de Russen 15 000 man. Het Franse leger verloor ook 25 [[kanon (geschut)|kanonnen]], wapens die toen bij elke veldslag van cruciaal belang waren.
 
Degenen die de oversteek overleefd hadden, sjokten bij een temperatuur van -37,5°C verder tot zij op 7 december in een van oorlogsgeweld gespaard [[Vilnius]] aankwamen, trokken daarna verder in westelijke richting tot zij in het [[Oost-Pruisen|Oost-Pruisische]] [[Koningsbergen]] aankwamen, waar Franse reserve-eenheden lagen. Twee dagen eerder vertrok Napoleon naar Parijs waar hij op 18 december aankwam. Hij had van de mislukte staatsgreep door [[Claude François de Malet]] vernomen. Zijn laatste bevel was aan zijn minister van Buitenlandse Zaken [[Hugues Maret|Maret]] met de plicht Vilnius niet uit handen te geven. De keizer vond dat nu zijn aanwezigheid in Parijs geboden was, in het belang van Frankrijk, het keizerrijk en het leger zelf. In een communiqué in het Franse staatsblad "''Le Moniteur''" kondigde Napoleon zijn terugkomst aan met de woorden: