Gerrit Kouwenaar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
ARVER (overleg | bijdragen)
→‎Biografie: kan nergens achterhalen dat hij heeft ondergedoken
Regel 18:
 
==Biografie==
Kouwenaar debuteerde in de [[Tweede Wereldoorlog]] met een aantal clandestiene uitgaven, waaronder ''Vroege voorjaarsdag'', en met bijdragen aanin illegale bladen als ''[[Parade der Profeten]]''. Hij kreeg daarvoor een half jaar gevangenisstraf. Na zijn vrijlating dook hij onder. Van 1945 tot 1950 was hij kunstredacteur van dagblad ''[[De Waarheid (krant)|De Waarheid]]'', toen de grootste krant van Nederland. Daarna was hij freelancer voor ''[[Vrij Nederland]]'' en redacteur van het literaire blad ''[[Podium (tijdschrift)|Podium]]''. Later recenseerde hij beeldende kunst voor ''[[Het Vrije Volk]]'' en werd redacteur van het toonaangevende culturele tijdschrift ''[[De Gids (tijdschrift)|De Gids]]''.
 
Hij was ook verbonden aan het tijdschrift ''[[Reflex (tijdschrift)|Reflex]]'' en kwam in contact met de [[Experimentele Groep in Holland]] en later met het experimentele kunstenaarsgezelschap [[Cobra (kunst)|Cobra]]. In 1949 publiceerde hij samen met de Cobra-schilder [[Constant Nieuwenhuijs|Constant]] ''Goede morgen haan'', een combinatie van gedichten en tekeningen ([[Peinture-mots]]). Was hij aanvankelijk nog vooral een sociaal en politiek bewogen experimentele dichter, later was zijn werk meer gericht op het taalgebruik in de poëzie. Kouwenaar streefde naar poëzie die autonoom is en voor zichzelf spreekt. Hij maakte ook talrijke vertalingen van toneelstukken, onder meer van [[Bertolt Brecht|Brecht]], [[Friedrich Dürrenmatt|Dürrenmatt]], [[Rolf Hochhuth|Hochhuth]], [[Peter Weiss|Weiss]], [[Franz Xaver Kroetz|Kroetz]], [[Jean-Paul Sartre|Sartre]], [[Tennessee Williams]], [[Tom Stoppard|Stoppard]], [[John Osborne|Osborne]] en [[Harold Pinter|Pinter]].