Gebint: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
==Type gebinten==
===Langsgebint===
Bij het [[''langsgebint]]'' (Duits: ''Unterrähm'', Engels: ''normal assembly'') zijn de stijlen in de lengte verbonden door een gebintplaat waarop de gebintbalken rusten. Deze bouwwijze is typerend voor het [[Noord-Duitsland|Noord-Duitse]] [[hallenhuis]]; hij is vermoedelijk ontwikkeld in de hoge middeleeuwen bij kerken en kloosters. Bij een ''gebonden'' bouwwijze zijn de dekbalken telkens boven de stijlen en op regelmatige wijze daartussen aangebracht; de [[spoor (bouwkunde)|sporen]] en een eventuele dakstoel steunen op de dekbalken. Bij een ''ongebonden'' bouwwijze is er geen vanzelfsprekende relatie tussen de dekbalken en de onderliggende stijlen. Hier is de ruimte tussen de stijlen vaak groter, zodat het onderscheid met dwarsgebinten minder evident is. Deze bouwwijze komt veel voor bij schuren en boerderijen in Engeland, Frankrijk en Denemarken. Het oudste voorbeeld van deze constructie is een [[Drenthe|Drentse]] boerderij in [[Anderen]], waarvan het gebint [[dendrochronologie|dendrochronologisch]] op 1376 is gedateerd. De boerderij is in 2011 afgebrand, maar het gebint is grotendeels behouden gebleven en weer gebruikt voor herbouw.
 
===Dwarsgebint===
Bij een [[''dwarsgebint]]'' (Engels: ''reversed assembly'') vormen de stijlen telkens een paar dat onderling door een dekbalk verbonden is. De gebintplaat ligt in de lengterichting op de dekbalken. Deze hoofdtype is gebruikelijk in Nederland, België en delen van Frankrijk, Duitsland en Scandinavië. In Engeland komt hij sporadisch voor.
 
====Dekbalkgebint====
Bij het [[''dekbalkgebint]]'' (Duits: ''Oberrähm'') ligt de gebintbalk op de stijlen en is met een [[Pen-en-gatverbinding|pen-en-gatverbinding]] met elkaar verbonden. Dit gebint komt voor in Groningen, Friesland, Drenthe, kop van Overijssel, Zeeland, Noord- en Zuid-Holland. In Vlaanderen spreekt men wel over een ''stapelgebint'',
 
====Kopbalkgebint====
Het [[''kopbalkgebint]]'' (Duits: ''Oberrähm mit eingehälstem Dachbalken'') is afgeleid van het dekbalkgebint. Hierbij ligt de gebintbalk op de stijlen; de stijlen zijn voorzien van een sleuf waarin de balk rust, terwijl de kop van de balk voorbij de stijlen schiet en zo een en ander op zijn plaats houdt. Een smaller deel van de stijl steekt als soort pin in de balk. Dergelijk type gebint is ook in Friesland terug te vinden. Dit type gebint is te vinden in oostelijke delen van Twente, de Achterhoek en Midden- en Zuid-Limburg. Het oudste bekende voorbeeld in Nederland (met kop- en tussenbalken) is de Aarlese Hoeve te [[Aarle (Best)]], waarvan het gebint [[dendrochronologie|dendrochronologisch]] op 1263 is gedateerd. Dit is tevens de oudste boerderij van Nederland. Ook een 14e-eeuwse boerderij te [[Vessem]] kenmerkte zich door een combinatie van kopbalk- en dekbalkgebint. Ook bij driebeukige gebouwen in West-Noorwegen (het zogenoemde ''grindbygd hus'') komt deze constructie veel voor; men neemt aan dat hij oorspronkelijk wijd verbreid is geweest in Scandinavië.
 
====Ankerbalkgebint====
{{Zie hoofdartikel|Ankerbalkgebint}}
Het ''ankerbalkgebint'' (Duits: ''Hochrähm'') bestaat uit de twee gebruikelijke stijlen, verbonden door de [[horizontaal|horizontale]] ankerbalk. De gebintbalk steekt met een pen door de stijl en is daarachter verankerd met een of twee houten [[Deuvelverbinding#Toognagel|pennen]] of wiggen. Dit type gebint komt sinds het einde van de middeleeuwen overal in Nederland, België en Westfalen voor, aanvankelijk alleen in [[dakstoel]]en, vanaf ongeveer 1450 in de basisconstructie van huizen, schuren en andere gebouwen. In het grootste deel van Friesland, Groningen en Noord-Holland is deze constructie slechts sporadisch aangetoond, voornamelijk bij eikenhouten gebinten uit de zeventiende eeuw. Voor grenen gebinten is het ankerbalkengebint minder geschikt, vanwege het risico dat te dun uitgevoerde stijlen gaan splijten.
 
Lange tijd heeft men gemeend dat in Oost-Nederland het ankerbalkengebint de oudste constructievorm was, die mogelijk al in de Bronstijd werd toegepast. Inmiddels zijn er veel aanwijzingen (onder andere uit Drenthe en Westerwolde) dat dit type in Oost-Nederland is voorafgegaan door langsgebinten, elders door dekbalkgebinten. Het ankerbalkgebint geeft meer opslagruimte; de stijlen konden bovendien verder van elkaar geplaatst worden, zij het niet zover als bij een dekbalkgebint.
 
====Tussenbalkgebint====
Het [[''tussenbalkgebint]]'' lijkt op het ankerbalkgebint, maar de wiggen aan de achterkant ontbreken. De gebintbalk is met een pen en gat verbinding aan de stijlen bevestigd en geborgd met twee houten pennen. Komt voor in het grootste gedeelte van Zuid-Holland en Noord-Holland ten zuiden van het IJ. Historisch ging het tussenbalkgebint aan het ankerbalkgebint vooraf.
 
==Vervaardiging==