Codex Theodosianus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Addbot (overleg | bijdragen)
k Robot: Verplaatsing van 24 interwikilinks. Deze staan nu op Wikidata onder d:q4300
Caenwyr (overleg | bijdragen)
Regel 4:
Op 26 maart 429 kondigde keizer Theodosius II in de senaat van Constantinopel zijn plannen aan om een ​​comité te vormen om al de bestaande wetgeving (''leges'', enkelvoud ''lex'') uit de tijd vanaf keizer [[Constantijn de Grote|Constantijn]] tot de keizers [[Theodosius II]] en [[Valentinianus III]] te codificeren. Vanaf 429 werken tweeëntwintig geleerden, verdeeld over twee teams, in totaal negen jaar aan het samenstellen van wat later de Codex Theodosianus zou worden genoemd.<ref>{{aut|Lenski}}, blz. 337-340</ref> Hun product was een verzameling van 16 boeken met daarin meer dan 2.500 oordelen, die werden uitgesproken tussen 313 en 437. John F. Matthews toont het belang van de Codex Theodosianius als volgt aan: "De Codex Theodosianius was de eerste keer sinds de [[Twaalf Tafelen]] dat een Romeinse overheid probeerde zijn ''leges'' te verzamelen en te publiceren."<ref>{{aut|Matthews}}, blz. 17 </ref> De code omvat politieke, sociaal-economische, culturele en religieuze onderwerpen uit het vierde en vijfde eeuw Romeinse Rijk. <ref>{{aut|Matthews}}, blz. 10-18 </ref>
 
Een verzameling van het keizerlijke handelingen genaamd de ''[[Codex Gregorianus]]'' was in 291 geschreven. De publicatie, ''[[Codex Hermogenianus]]'', een beperkte collectie van rescripts uit 293 tot 294, dateert eveneens uit de het einde van de derde eeuw. Theodosius wenste echter een ​​codex, die veel meer inzicht zou verschaffen in de wetten die tijdens de laatste ruim honderd jaar van [[Romeinse Rijk]] (321-429) waren uitgevaardigd. Volgens Peter Stein was, "Theodosius verontrust door de lage stand van juridische vaardigheden in zijn Oost-Romeinse rijk." Hij startte klaarblijkelijk een juridische opleiding in Constantinopel. In 429 benoemde hij een commissie met als opdracht het verzamelen van alle keizerlijke juridische uitspraken sinds de tijd van Constantijn de Grote. De wetten in de codex Theodosianius beslaan de periode van 312-438. Tijdens het proces van het verzamelen van de enorme hoeveelheid materiaal, bleek men vaak te stuiten op meerdere kopieën van dezelfde wet. In aanvulling daarop bleek het bronmateriaal in de loop van de tijd veranderd te zijn. Clifford Ando merkt op dat volgens Matthews, de redactie "zich tot de late vierde eeuw voornamelijk baseerde op westelijke provinciale bronnen en voor de periode daarna op de centrale Oost-Romeinse archieven."
 
Zes jaar later, in 435 kwam een eerste versie gereed. Deze eerste versie werd echter niet gepubliceerd. Men werkte er nog drie jaar aan. In 438 werd de eindversie aangeboden aan de Senaat in Rome en Constantinopel. Matthews is van oordeel dat de eerste poging geen mislukking was, maar dat de tweede versie blijk geeft van "herhaling en verfijning van de oorspronkelijke doelstellingen in een nieuwe fase in het redactionele proces."<ref>{{aut|Michael Alexander}}, blz. 191</ref> Anderen hebben alternatieve theorieën geponeerd om het langdurige redactie door twee verschillende commissies te verklaren. Boudewijn Sirks geloofde dat "de codex werd samengesteld uit keizerlijke kopieerboeken, die werden aangetroffen in Constantinopel, Rome of Ravenna, aangevuld door materiaal uit enkele privé-collecties, en dat de vertragingen werden veroorzaakt door de benodigde tijd om de accuratesse van de tekst te verifiëren en de juridische samenhang van het werk te verbeteren."<ref>{{aut|Michael Alexander}}, blz. 191-193</ref>