Hertogdom Lotharingen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 83:
In 959 werd het zuidelijke gedeelte afgesplitst als het rijksleen ''hertogdom van de Moezel'' met [[Frederik I van Lotharingen|Frederik I]] als [[hertog]] in het Rooms-Duitse Rijk. Frederik was gehuwd met [[Beatrix Capet]], zus van de latere koning van West-Francië [[Hugo Capet]]. Dit (deel)hertogdom kwam kerkelijk overeen met de kerkprovincie van het aartsbisdom Trier, met als suffragaan-bisdommen Verdun, Metz en Toul.
 
Het resterende gebied had geen hertog meer, na de jaren 959-964 waarin Godfried van Neder-Lotharingen, graaf van Guliksgouw en ingetrouwd in de Karolingische familie, hertog was. Godfried was benoemd door de hertog-aartsbisschop van Keulen, Bruno, die overigens nog leermeester is geweest voor Godfried. Keizer [[Keizer Otto III]] benoemde in 977 zijn neef [[Karel van Neder-Lotharingen|Karel]], de ambitieuze en verbannen broer van de West-FranksicheFrankische koning, de Karolinger [[Lotharius van Frankrijk]], tot hertog. Dit (deel)hertogdom bleef men aanvankelijk Lotharingen noemen, ter onderscheiding in de geschiedschrijving ook ''Neder-Lotharingen''. Neder-Lotharingen komt kerkelijk overeen met de kerkprovincie van het aartsbisdom Keulen, met als suffragaan-bisdommen Kamerijk, Luik en Utrecht<ref>Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden. van Uytven R, Bruneel C, Koldeweij AM, van de Sande AWFM, van Oudheusden JAFM, red. Waanders uitgeverij, Davidsfond Leuven, Stichting Colloquium De Brabantse Stad 1995?</ref>.
 
Keizer Otto III benoemd als dank voor zijn steun in 985 [[Herman van Lotharingen]] tot [[paltsgraaf]].