Tweede Barbarijse Oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k er van te overtuigen > ervan te overtuigen
k titel, geen naam
Regel 22:
==Oorlog==
[[Bestand:StephenDecatur.jpeg|thumb| Stephen Decatur]]
De Verenigde Staten weigerden ook een financiële bijdrage te leveren aan de piraten, met als tegenprestatie dat zij Amerikaanse schepen met rust zouden laten. Omar Bashaw, de [[Bei|Beibei van Algiers]], verklaarde in 1815 de oorlog aan de Verenigde Staten. Dat land was intussen weer herstellende van de [[Oorlog van 1812]].
 
Het [[Amerikaanse Congres]] ging er op 3 maart 1815 mee akkoord om een vloot naar het gebied te sturen. Onder leiding van [[Stephen Decatur]] en [[William Bainbridge]], beide veteranen van de Eerste Barbarijse Oorlog, vertrok er een tiental schepen richting [[Noord-Afrika]]. De eerste schepen vertrokken onder leiding van Decatur op 20 mei. Bainbridge vertrok pas op 1 juli.
 
Kort nadat zij [[Gibraltar]] waren gepasseerd stuitte het squadron van Decatur op het Algerijnse vlaggenschip ''Meshuda''. Na een gevecht namen zij het schip in. Dat gebeurde kort daarop ook met het schip de ''Estedio''. In de laatste week van juni legde de Amerikaanse schepen aan voor de kust van Algiers. Zij wilden onderhandelingen starten met de Beibei, maar deze weigerde aanvankelijk. Na dreigementen van verdere vernietiging capituleerde de Beibei. Er werd een akkoord gesloten, waarbij Algerije de ''Estedio'' en ''Meshuda'' terugkreeg, in ruil voor alle Amerikaanse gevangenen, ongeveer tien in getal, en een behoorlijk aantal Europese gevangenen. De Verenigde Staten lieten 500 Algerijnse gevangenen vrij. Er werd ook afgesproken dat de Amerikaanse schepen voortaan een vrije doorvaart zouden hebben.
 
Decatur zette scheep naar Tunis en vervolgens Tripoli om daar gelijke afspraken te maken. Intussen zegde de Beibei van Algiers het verdrag op.
 
==Nasleep==
[[Bestand:Martinus Schouman - Het bombardement van Algiers.jpg|thumb|300px|''Het bombardement van Algiers'', 1823, [[Martinus Schouman]]]]
Groot-Brittannië ondernam begin 1816 een diplomatieke missie richting Algiers, Tunis en Tripoli om de Beisbeis ervan te overtuigen te stoppen met de piraterij en de christelijke slaven vrij te laten. De Beisbeis van Tunis en Tripoli gingen akkoord zonder tegenstribbeling. De Bei van Algiers verzette zich echter, maar leek uiteindelijk toch akkoord te gaan. [[Edward Pellew]], burggraaf van Exmouth, het hoofd van de missie, leefde onder de gedachte dat hij een verdrag gesloten had en keerde terug naar Engeland. Kort nadat het verdrag echter was gesloten, vermoordden Algerijnse troepen 200 [[Corsica|Corsicaanse]], [[Sicilië|Siciliaanse]] en [[Sardinië|Sardinische]] vissers die onder Britse bescherming stonden. Dit leidde tot grote woede in Groot-Brittannië en Europa en Exmouths missie werd gezien als een mislukking.
 
Exmouth keerde daarom terug naar Algiers met een vijftal Britse linieschepen en een zestal Nederlandse fregatten. Op 27 augustus 1816 begon een negen uur durend [[Bombardementen op Algiers|bombardement op Algiers]]. Dat leidde tot grote beschadigingen aan de stad en het leger van de Bei. Exmouth waarschuwde dat het bombardement de volgende dag door zou gaan als de Beibei niet akkoord ging. De Beibei realiseerde zich niet dat Exmouth blufte, omdat alle munitie de eerste dag al verschoten was. Hij ging akkoord en op 24 september 1816 werd er een akkoord gesloten. Er werden 1.083 christelijke slaven vrijgelaten, onder wie de Britse consul.
 
Doordat de Europese schepen steeds geavanceerder werden, was het voor de piraten niet langer mogelijk bij te blijven. Deze oorlog maakte dus een einde aan de eeuwenoude [[Barbarijse zeerovers|Barbarijse piraterij]]. In de decennia daarop werden Algiers en Tunesië ingenomen door Frankrijk. Tripoli werd in 1911 door [[Koninkrijk Italië (1861-1946)|Italië]] veroverd op het Ottomaanse Rijk.