Anna Catharina Emmerich: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Queeste (overleg | bijdragen)
categorie
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Emmerich werd geboren in Flamske, een buurtschap in [[Kreis Coesfeld|Coesfeld]] ([[Westfalen (streek)|Westfalen]]), als dochter van de wever en [[keuterboer]] Bernhard Emmerich en zijn vrouw Anna Hillers. In 1802 trad ze in het [[Augustijnen (kloosterorde)|augustijnenklooster]] Agnetenberg in [[Dülmen]]. Na de opheffing van dit klooster in [[1812]] op bevel van [[Jérôme Bonaparte]], op dat moment koning van Westfalen, woonde ze in bij een weduwe. Ze had een zwakke gezondheid die door streng [[vasten]] verder was ondermijnd en was vanaf 1813 bedlegerig.
 
Rond deze tijd ontwikkelden zich bij haar bloedende [[Stigmata (religie)|stigmata]]: wonden op de plekken waar volgens de [[Bijbel (christendom)|bijbel]] het lichaam van Jezus tijdens de [[kruisiging]] was verwond. Een onderzoek door de kerkelijke autoriteiten kon geen fraude ontdekken en concludeerde dat het hier om een authentiek [[wonder]] ging. Mede als gevolg hiervan werd Emmerich bekend en door velen vereerd om haar vroomheid. Al tijdens haar leven werd het aan haar interventie toegeschreven dat gebeden waren verhoord.<ref>{{Citeer web|url=http://www.newadvent.org/cathen/05406b.htm|titel=Ven. Anne Catherine Emmerich|bezochtdatum=2016-08-28|auteur=|datum=|uitgever=Catholic Encyclopedia}}</ref><ref name=":0">{{Citeer web|url=https://www.deutsche-biographie.de/gnd118530186.html#ndbcontent|titel=Emmerick, Katharina. in: Neue Deutsche Biographie 4 (1959), P. 483-484|bezochtdatum=|auteur=Winfried Hümpfner,|datum=|uitgever=}}</ref> De aandacht voor Emmerich was een doorn in het oog van de overheid die de invloed van de kerk wilde beperken. Een staatscommissie onder leiding van [[Clemens Maria Franciscus von Bönninghausen|Clemens von Bönninghausen]] concludeerde in 1819 dat er wel een natuurlijke oorzaak was voor de stigmata.<ref>{{Citeer web|url=http://www.duelmen.de/fileadmin/user_upload/duelmen.de/stadtarchiv/pr/ake/boenninghausen_1.htm|titel=Geschichte und vorläufige Resultate der Untersuchung über die Erscheinungen an der ehemaligen Nonne A.C. Emmerich zu Dülmen mitgetheilt von dem ehemaligen Dirigenten derselben Clemens von Bönninghausen, Landräthlichen Kommissair des Kreises Coesfeld|bezochtdatum=2016-08-28|auteur=Clement von Bönninghausen|datum=1819|uitgever=Stadt Dülmen}}</ref>
 
Emmerich had [[visioen]]en over het leven en het lijden van [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus]] en het leven van [[Maria (moeder van Jezus)|Maria]] die ze op verzoek van haar [[biecht]]vader Bernard Overberg deelde met de bekende dichter [[Clemens Brentano]]. Hij publiceerde drie boeken over de visioenen van Emmerich en de gesprekken die hij met haar had: ''Das bittere Leiden unsers Herrn Jesu Christi'' (1833), ''Das Leben der heiligen Jungfrau Maria'' (1852) en ''Das Leben unseres Herrn und Heilandes Jesu Christi'' (1860). De boeken van Brentano werden in meerdere talen vertaald en hebben veel bijgedragen aan de bekendheid en reputatie van Anna Catharina Emmerich. Er bestaan echter twijfels of de weergave van Brentano volledig waarheidsgetrouw is. Er is een vermoeden dat hij al dan niet met opzet zijn eigen ideeën heeft verwerkt in de woorden en visioenen die hij aan Emmerich toeschrijft.<ref name=":0" />