Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k →‎Geschiedenis: https://nl.wikipedia.org/wiki/Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck, replaced: zich bezig hield → zich bezighield met AWB
Regel 9:
Eind [[16e eeuw]] kwam het in de mode om [[goudleer]]behang te gebruiken, bedrukt met een [[houtsnede]]. Om de Franse zijde-industrie te beschermen, verbood [[Lodewijk XIV]] het bedrukken van stoffen, maar het bedrukken van papier was geen probleem. In het midden van de [[18e eeuw]] werd de behangselfabricage een hele industrie met vooral in [[Engeland]] en [[Frankrijk]] een massale productie. Aanvankelijk werden de allerduurste soorten op bestelling met de hand beschilderd, soms met blokken bedrukt en aan elkaar geplakt door de arbeiders.
 
[[Jean-Baptiste Réveillon]] was een van de succesvolsten die zich bezig hieldbezighield met het produceren van behang. In [[1756]] startte hij een fabriek op die dertig jaar later aan 300 man een inkomen bood. Hij trok beroemde kunstenaars aan om behang te beschilderen. Al gauw kreeg hij concurrentie. Zelfs [[Giacomo Casanova|Casanova]] richtte in Parijs een behangselfabriek op. In [[1783]] werd voor het eerst behang gebruikt om de [[luchtballon]]s van de [[gebroeders Montgolfier]] te maken en te verfraaien.
 
In [[Hoorn (Noord-Holland)|Hoorn]] ontstond rond [[1777]] op initiatief van de [[Vaderlandsche Maatschappij]], een behangfabriek, opgezet door de doopsgezinde predikant Cornelis Ris. Het [[Westfries Museum]] bezit een belangrijke collectie behangsels uit deze half-filantropische en half-commerciële onderneming, gesteund door de bewindhebbers van de [[Sociëteit van Suriname]].<ref>Habermehl, N.D.B. (2000) Joan Cornelis van der Hoop (1742—1825). Marinebestuurder voor stadhouder Willem V en koning Willem I, p. 41-2.</ref> In het Museum Geelvinck-Hinlopen Huis is een ensemble van vijf behangsels van [[Egbert van Drielst]] te zien. [[Johannes van Dreght]] en zijn leerling [[Jurriaen Andriessen|Jurriaan Andriessen]] waren eveneens veel gevraagde behangschilders. Rond 1800 waren er wel twintig behangschilders aan het werk in Nederland. De schilders werkten aan huis, zodat ze rekening konden houden met de lichtinval. Ze idealiseerden de natuur met vredige taferelen en landschappen.