Wederkerend voornaamwoord: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 81.82.148.75 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Itsme
Voorlopig even zo
Regel 1:
{{zieook|Zie [[Nederlandse grammatica#Wederkerende voornaamwoorden]] voor een gedetailleerde bespreking van het wederkerend voornaamwoord in het Nederlands.}}
Het '''wederkerend voornaamwoord''' (het[[Latijn]] ''reflexief pronomen'') is in veel talen het [[voornaamwoord]] dat verwijst naar het [[onderwerp (taalkunde)|onderwerp]] van dedezelfde zin zelf. Dit kan voorkomen als eende beschreven handeling slaatrechtstreeks betrekking heeft op het onderwerp, of als het [[werkwoord]] zelf wederkerend (een zg. [[wederkerend werkwoord|wederkerend]]) is.
 
In het [[Nederlands]] zijn ''me'', ''je'', ''ons'' en ''[[zich]]'' de meest voorkomende wederkerende voornaamwoorden.
*Hij wast zich. (vgl: Hij wast de kat).
*Hij bemoeit zich met de buren. (vgl. de onjuiste zin: <s>Hij bemoeit de kat met de buren</s>.)
 
==Vormen==
*1e persoon enkelvoud: me (mezelf), mij (mijzelf)
*2e persoon enkelvoud: je (jezelf), u (uzelf), zich (zichzelf)
**''U'' is de beleefdheidsvorm.
*3e persoon enkelvoud: [[zich]] (zichzelf)
*1e persoon meervoud: ons (onszelf)
*2e persoon meervoud: je, (jezelf), u (uzelf), zich (zichzelf)
*3e persoon meervoud: zich (zichzelf)
 
De ''zelf''-vorm wordt soms gebruikt bij niet-wederkerende werkwoorden, meestal om wat nadruk te geven.
*Hij wast ''zich''.
*Hij wast ''zichzelf''.
In sommige gevallen is de ''zelf''-vorm echter de enige toegestane:
*Hij sloeg de hand aan zichzelf. (vgl. de onjuiste zin: <s>Hij sloeg de hand aan zich</s>.)
 
==Alternatieven==
Naast ''zich'' zijn of waren er in het Nederlands nog enkele andere wederkerende voornaamwoorden. In sommige [[dialect]]en kan ''zich'' in alle personen worden vervangen door de constructie "[[bezittelijk voornaamwoord]] + eigen":
*Ik was ''mijn/ m'n eigen''.
*Hij wast ''zijn/ z'n eigen''.
 
De [[verbuiging|voorwerpsvorm]] van het [[persoonlijk voornaamwoord]] vervulde in het [[Middelnederlands]] de functie van wederkerend voornaamwoord: ''hem'' (mannelijk en onzijdig), ''hare'' (vrouwelijk) en ''hen'' (meervoud). Voorbeeld: ''hij wast hem''. Ook in het West-Vlaams dialect komt deze constructie nog voor: "Je wast 'em".
 
==Met en zonder==
Enkele werkwoorden kunnen zowel met als zonder wederkerend voornaamwoord worden vervoegd, zoals:
* bedenken = "verzinnen"
*: ''Ik bedenk een verhaal.''
* ''zich'' bedenken = "terugkomen op een eerder genomen besluit"
*: ''Ik wilde het doen, maar ik bedenk me nu.''
In de betekenis van "een idee hebben/krijgen" kan ''bedenken'' zowel wederkerend als niet-wederkerend worden vervoegd, waarbij de wederkerende vorm als feitelijke fout wordt gezien, maar nauwelijks nog als zodanig ervaren:
* ''Ik bedenk (me) net dat het gas nog aanstaat.''
* ''Ik bedenk (me) net dat het goed is om hier iets over te schrijven.''
 
==Zie ook==
*[[wederkerigWederkerig voornaamwoord]]
*[[zich]]
 
{{Navigatie woordsoorten}}