Heerlijkheid Jever: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
'''Jever''' was een [[heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheid]] binnen het [[Heilige Roomse Rijk]]. [[Jever]], nu in [[Nedersaksen]], was behoudens een korte periode in de [[zestiende eeuw]], niet bij een [[kreits]] ingedeeld.
 
In 1359 werd Edo Wimeken de Oudere tot hoofdeling gekozen van Östringen[[Ostringen (gouw)|Ostringen]], Rüstringen[[Rustringen (gouw)|Rustringen]] en [[Wangerland]]. Hierdoor ontstond een afzonderlijk Fries gebied: Jever. In 1428 werd in Jever een burcht gebouwd, wat een bevestiging van de heerschappij gaf. Toch bleef het land bedreigd vanuit [[Graafschap Oost-Friesland|Oost-Friesland]] en [[Graafschap Oldenburg|Oldenburg]].
 
Na de dood in [[1511]] van de laatste [[hoofdeling]] van Jever, Edo Wiemken de Jongere, kwam het gebied aan zijn dochter [[Maria von Jever|Maria]]. Nadat de [[Enno II van Oost-Friesland]] het huwelijksverdrag van 1517 niet nakwam, nam Maria in 1531 het heft in eigen handen: zij verjoeg Oost-Friese bezetting en droeg haar gebied als leen op aan [[keizer Karel V]] in zijn hoedanigheid van hertog van Bourgondië (= de Nederlanden). Karel maakte Jever daarbij onderdeel van de [[Bourgondische Kreits]]. In 1536 verhief Maria Jever tot stad.