Kat Brandenburg en omgeving: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Restanten vestingwerken: tekstaanvulling; afbeelding vervangen
links aangepast
Regel 35:
Door de veranderde oorlogsvoering met zwaarder geschut bleken de stadsmuren rond het midden van de 16e eeuw niet meer te voldoen. In 1543 maakten enkele Maastrichtenaren in opdracht van het stadsbestuur een studiereis naar de Brabantse steden [[Brussel (stad)|Brussel]], [[Leuven]] en [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]]. Geld voor een geheel nieuwe omwalling met stomphoekige [[bastion]]s, zoals in de rijke handelsstad Antwerpen, was er niet. Besloten werd het voorbeeld van Brussel te volgen en de muren aan de stadszijde te verstevigen met aarden wallen. Tevens werden de muurtorens verlaagd tot het niveau van de stadsmuur en vervolgens volgestort met aarde. In feite werden de middeleeuwse muurtorens omgebouwd tot [[Rondeel (vesting)|rondelen]], die geschikt waren als schietplatform voor het zware geschut.
 
Als gevolg van een storm stortte begin 1552 een groot stuk van de stadsmuur tussen het Sint-Servaasbolwerk en de toren Merkat in.<ref>Morreau, p. 56.</ref> Waarschijnlijk in de 17e eeuw werd hier, net als elders op strategische plaatsen achter de stadsmuur, een ''cavalier'' of [[Kat (vesting)|kat]] aangelegd, een verhoogd platform met ruimte voor extra geschut. De kat Brandenburg (of cavelier van de Hoge Schuer) bleek in 1748 de grootste van de stad met ruimte voor 14 of 15 kanonnen. In de kat bevond zich een kruitmagazijn. Na het [[Beleg van Maastricht (1632)|beleg van 1632]] werden verschillende militaire [[Lijst van vaktermen in de vestingbouwkunde#S|sortiessortie]]s aangelegd, doorgangen onder de walmuur naar de droge gracht. Bij de kat Brandenburg kwam een 'royale sortie', de sortie Aen de Schuer, geschikt voor de passage van ruiters.<ref>Morreau, pp. 93-94, 99.</ref>
 
[[Bestand:Maastricht, omgeving Kat Brandenburg, detail kaart Larcher d'Aubencourt, 1749.jpg|thumb|left|185px|Omgeving kat Brandenburg (Larcher d'Aubencourt, 1749)]]
Regel 45:
[[Bestand:Maastricht, Kruitramp 1761.jpg|{{largethumb}}|Ontploffing kruitmagazijn, 1761]]
=== Kruitramp 1761 ===
In de nacht van 20 op 21 december 1761 ontplofte een in de kat Brandenburg gelegen ondergronds [[kruithuis]] met 36.000 pond [[buskruit]], waardoor een gat werd geslagen in de stadsmuur van ruim 40 m breed. Van de [[Sortie|royale sortie]] Aen de Schuer en een drietal [[kazemat]]ten was niets meer over; ter plekke gaapte een 10 m diepe krater. 's Morgens vond men op de Kommel de stoffelijke resten van de kanonnier Abraham van Susteren (of Citterd), de vermoedelijke veroorzaker van de ontploffing.<ref>De vondst van buskruit in Van Susterens huis en een verklaring van zijn weduwe wezen op de vermoedelijke oorzaak van de ramp: een poging tot diefstal in combinatie met onvoorzichtigheid.</ref> 21 mensen vonden de dood, waaronder elf soldaten die wachtdienst hadden en enkele bewoners van herenhuizen aan de Brusselsestraat, onder anderen de prinses van Hessen-Philipsthal en de freule de Selys-Fanson met enkele huisgenoten.<ref>Ubachs/Evers, pp. 16-17, 'Abrahams Look'.</ref> Aan deze ramp herinnert het huidige café Abrahams Look ('look' = gat) op het terrein van Klevarie. De bres in de stadsmuur werd in 1762 gesloten met een [[Redan (vestingwerk)|redanvormige]] aarden wal met daarin een nieuwe sortie, De Bres genoemd.<ref>Morreau, p. 78.</ref>
 
=== Ontmanteling vesting en afbraak zuidwestelijke stadsmuur ===