De Bremer stadsmuzikanten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k red.
Regel 13:
 
== Het verhaal ==
{{plot}}
Een [[ezel (dier)|ezel]] ontsnapt aan zijn baas, die hij al zijn jaren trouw heeft gediend, als hij hoort dat hij wegens zijn ouderdom zal worden gedood en besluit stadsmuzikant in [[Bremen (stad)|Bremen]] te worden. Tijdens zijn vlucht sluit een [[hond]], die te oud is om aan de jacht deel te nemen, zich bij hem aan. Zijn baas wilde hem doodslaan en daarom is hij gevlucht,. deDe ezel zal de [[luit]] spelen en de hond zal op de pauken[[pauk]]en slaan.
 
Later ontmoeten ze een [[kat (dier)|kat]] met een gezicht als een oorwurm,; de tanden van de kat worden stomp en ze zit liever achter de haard dan op muizen te jagen. De vrouw des huizes wilde de kat daarom verzuipen,. ookOok de kat gaat mee richting Bremen. De drie vluchtelingen ontmoeten een [[kip (vogel)|haan]] die zit te kraaien, het geluid gaat door merg en been. De haan voorspelt mooi weer omdat het de dag van Onze Lieve Vrouw is, maar de vrouw des huizes wil de haan in de soep doen omdat er op zondag gasten komen.
 
Ook de haan wordt uitgenodigd mee te gaan naar Bremen en samen mooie muziek te maken. 's Avonds komen ze in een bos en de ezel en de hond gaan onder een grote boom liggen. De kat en de haan zoeken een plek in de takken, de haan vliegt naar boven en kijkt naar de vier windstreken. Hij ziet een lichtje en roept zijn makkers, ze gaan naar die plaats en komen bij een felverlicht rovershuis.
Regel 21 ⟶ 22:
De ezel kijkt naar binnen en ziet een gedekte tafel, hij gaat met zijn voorpoten op de vensterbank staan. De hond gaat op zijn rug en op hem klimt de kat, de haan vliegt naar boven en gaat op haar kop zitten. Dan gaan ze allemaal hun muziek maken en springen door het raam, waarna de rovers wegvluchten. Ze dachten dat er een [[spook]] binnenkwam. Ze doen zich te goed aan het eten en doen het licht uit, waarna de ezel op de mesthoop gaat liggen. De hond gaat achter de deur en de kat bij de warme as van de haard, de haan gaat op de hanenbalk zitten.
 
De roverhoofdman ziet dat het licht uit is gegaan en de rovers gaan terug naar het huis. De verspieder hoort geen geluid en gaat naar de keuken, hij houdt een zwavelstokje bij de ogen van de kat omdat hij denkt dat dit gloeiende kooltjes zijn. De kat springt op en spuugt en krabt, waarna de hond de verspieder in zijn been bijt. De ezel trapt hem nog met zijn achterpoot en de haan kraait vanaf de balk. De verspieder waarschuwt dat er een [[heks (persoon)|heks]] in het huis zit, bij de deur zit een man met een mes en op het erf is een zwart monster met een houten knuppel. Op het dak zit de rechter die roept om de schurk en de rovers durven het huis niet meer in,. deDe vier Bremer muzikanten gaan er niet meer uit.
 
== Achtergronden ==
Regel 33 ⟶ 34:
**Er wordt beweerd dat de bewoners van Bremen zo onmuzikaal zijn dat ze het gebalk van een ezel, het geblaf van een hond enz. nog mooi vonden.
**Er wordt beweerd, ditmaal voornamelijk door de Bremers zelf, dat de stad zo tolerant is, dat er zelfs plaats is voor dit soort lawaaimakers.
**Toch is de meest waarschijnlijke reden die voor de bedenker(s) van het verhaal de aanleiding was de muzikanten naar Bremen te laten gaan, die dat de stad een vrije handelsstad is, waar iedereenieder het beroep dat hij had kon uitoefenen. Iets wat in het verleden geen vanzelfsprekendheid was. Beroepskeuze had meer met traditie en opvolging te maken, dan met vrije keuze.
*Avonturen van een groep dieren worden ook beschreven in ''[[Het gespuis]]'' (KHM10), ''[[Van het muisje, het vogeltje en de braadworst]]'' (KHM23), ''[[Meneer Korbes]]'' (KHM41), ''[[De dood van het hennetje]]'' (KHM80) en ''[[De broodkruimels op de tafel]]'' (KHM190).
*Een afgedankt dier komt ook voor in ''[[De oude Sultan]]'' (KHM48). Ook in ''[[De vos en het paard]]'' (KHM132) vindt een boer zijn paard te oud geworden, maar het dier krijgt nog één kans om te bewijzen dat het nog "nuttig" kan zijn.