Thomas Meuwissen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Te juichende tekst en niet voor Meuwisen relevante tekst verwijderd.
Regel 1:
[[File:THM 32.jpg|thumb|A photo by Charlie Dekeersmaecker, published in Knack, a leading magazine in Belgium]]
 
[[België|Belgische]] [[viool]]bouwer '''Thomas Meuwissen''' ([[Leuven]], [[25 maart]] [[1966]]) komt uit een familie van opmerkelijke ingenieurs, architecten, vorsers en ondernemers. Gefascineerd door beeldhouwkunst en architectuur, volgt hij eerst een kunstopleiding. Daar krijgt zijn liefde voor vakmanschap en creativiteit stilaan vorm.

Na een voorbereidende opleiding instrumenten in eigen land, studeert hij vioolbouw aan de gerenommeerde Britse ‘Newark‘[[Newark School of Violin Making’Making]]’ en vervolmaaktrond zichzijn daarnaopleiding bijaf grootmeesters, onder anderein in de ateliers van [[Přemysl Špidlen]] in Praag en [[Fréderique Chaudière]] in Montpellier. Na zijn burgerdienst in het Koninklijk Conservatorium Brussel, volgde zijn eerste residentie aan datzelfde conservatorium van 1993 tot 2006. Sinds 2015 heeft hij een open inkijk-atelier in het Muziekinstrumentenmuseum in Brussel, hetgeen als zijn tweede residentie kan worden gerekend.
 
== Biografie ==
 
Sinds 1987 legt Meuwissen zich toe op de bouw van instrumenten van het strijkkwartet: violen, altviolen en cello’s. Daarnaast specialiseert hij zich in gepersonaliseerde klankoptimalisatie van strijkinstrumenten. Door zich toe te spitsen op instrumenten die behoren tot de absolute top van het culturele patrimonium, heeft Meuwissen op dit vlak een wereldwijde reputatie weten opbouwen.
 
Vanuit zijn thuisbasis in Brussels, bouwde Meuwissen in de loop der jaren een internationaal cliënteel op en zijn instrumenten worden bespeeld door gerenommeerde solisten zoals Igor Oistrakh, Vadim Repin en Maria Kliegel. Momenteel werkt hij aan een bestelling voor het Mariinskitheater, op vraag van niemand minder dan Valeri Gergiev, dirigent en artistiek-directeur van datzelfde toonaangevende opera-en ballethuis in Sint-Petersburg.
 
Zijn werk werd op alle belangrijke internationale wedstrijden bekroond en is opgenomen in diverse verzamelingen, zowel privé als openbaar: Koninklijk Conservatorium Brussel (BE), Conservatorium van Amsterdam (NL), The Beckett Collection (UK), Muziekinstrumentenfonds (NL), Dextra Musica (NO), Hochschule für Musik: Felix Mendelssohn-Bartholdy(DE).
 
Meuwissen werd in 2006 verkozen tot lid van de prestigieuze ‘Entente Internationale des Maîtres Luthiers et Archetiers d’art’ en wordt geregeld uitgenodigd om mee te werken aan radio- en televisieprogramma’s. Zo geeft hij ter gelegenheid van de Koningin Elisabeth Wedstrijd voor viool commentaar bij het aanwezige instrumentarium. Over zijn werk verschenen artikels in de nationale en internationale (muziek)pers.
 
VanuitKlanten zijn thuisbasis in Brussels, bouwdevan Meuwissen inkomen deuit loopallerlei derlanden jarenen eeninstrumenten internationaalvan cliënteel op en zijn instrumentenMeuwissen worden bespeeld door gerenommeerde solisten zoals [[Igor Oistrakh]], [[Vadim Repin]] en [[Maria Kliegel]].{{Bron?}} MomenteelHij werkt hij aanontving een bestelling voor het [[Mariinskitheater]], op vraag van niemand minder dan [[Valeri Gergiev]], dirigent en artistiek-directeur van datzelfde toonaangevende opera- en ballethuis in Sint-Petersburg.
Sinds mei 2015 is Meuwissen vioolbouwer in residentie in het Muziekinstrumentenmuseum te Brussel. Op de 7de verdieping van dat mooie Art Nouveau-gebouw ‘Old England’ aan de Kunstberg, is nu een professioneel vioolbouwatelier verrezen. Hierin vervaardigt Meuwissen, voor de ogen van het publiek, een volledig strijkkwartet. Deze creatie van twee violen, een altviool en een cello werd hem toevertrouwd door de Muziekkapel Koningin Elisabeth. De werkzaamheden, waarvan de finalisering samenvalt met de allereerste Koningin Elisabeth Wedstrijd voor Cello in 2017, nemen twee jaar in beslag.
 
Zijn werk werd op alle belangrijke internationale wedstrijden bekroond{{Bron?}} en is opgenomen in diverse verzamelingen, zowel privé als openbaar:zoals Koninklijk Conservatorium Brussel (BE), Conservatorium van Amsterdam (NL), The Beckett Collection (UK), Muziekinstrumentenfonds (NL), Dextra Musica (NO), Hochschule für Musik: Felix Mendelssohn-Bartholdy(DE).
== Hedendaagse vioolbouw ==
 
Meuwissen werd in 2006 verkozen tot lid van de prestigieuze ‘Entente‘[[Entente Internationale des Maîtres Luthiers et Archetiers d’art’d’art]]’ en wordtwerkt geregeld uitgenodigd omook mee te werken aan radio- en televisieprogramma’s. Zo geeft hij ter gelegenheid van de [[Koningin Elisabethwedstrijd|Koningin Elisabeth Wedstrijd]] voor viool commentaar bij het aanwezige instrumentarium. Over zijn werk verschenen artikels in de nationale en internationale (muziek)pers.{{Bron?}}
Dertig tot veertig jaar geleden was het beroep van vioolbouwer zo goed als uitgestorven. Op dit moment is het ambacht echter erg levendig en divers. Experts beschouwen dit tijdperk als een nieuwe Gouden Eeuw, een renaissance van het vak.
Meer en meer viool-en strijkstokmakers zijn gespecialiseerd in restauratie, authenticatie of de instrumentenbouw an sich. Deze trend heeft de afgelopen decennia een enorm stimulerend effect gehad, waardoor de normen aanzienlijk zijn gestegen. Toonaangevende solisten aarzelen niet langer om zich een hedendaags instrument aan te schaffen. Ze bespelen deze tijdens concerten, maken er opnames mee en aanschouwen ze als gelijkwaardig ten opzichte van de oude exemplaren.
 
Sinds mei 2015 is Meuwissen vioolbouwer in residentie in het [[Muziekinstrumentenmuseum (Brussel)|Muziekinstrumentenmuseum]] te Brussel. Op de 7de verdieping van dat mooiehet Art Nouveau-gebouw ‘Old England’ aan de Kunstberg, is nu een professioneelzijn vioolbouwatelier verrezen. Hierin vervaardigt Meuwissen, voor de ogen van het publiek, een volledig strijkkwartet. Deze creatie van twee violen, een altviool en een cello werd hem toevertrouwd door de Muziekkapel Koningin Elisabeth. De werkzaamheden, waarvan de finalisering samenvalt met de allereerste Koningin Elisabeth Wedstrijd voor Cello in 2017, nemen twee jaar in beslag.
De traditie van hoogwaardige instrumentenbouw ging verloren in de loop van de 19de eeuw en het maken van nieuwe instrumenten kwam neer op een eindeloze stroom aan commercieel geproduceerde instrumenten gemaakt door en voor niemand in het bijzonder. De toename van de authentieke uitvoeringspraktijk in de jaren zestig leidde tot een hernieuwde vraag naar nieuwe instrumenten. Niet enkel was er de drang naar oorspronkelijkheid, ook barokkopieën waren intrek. Authentieke meester-instrumenten werden steeds duurder. Het was hun zeldzaamheid en historische waarde waarvoor men betaalde, en niet zozeer hun akoestische kwaliteiten. Door de globalisering van de klassieke muziek, kreeg de productie van hoogwaardige instrumenten een extra impuls. De standaard van gespecialiseerde vioolbouw scholen verbeterde en kennis van oude instrumenten werd uitgewisseld. Vioolbouw wekte opnieuw internationale belangstelling: wedstrijden, verenigingen, colloquia, tentoonstellingen en publicaties zagen het daglicht. Tegenwoordig verschijnt een nieuwe generatie vioolbouwers ten tonele. Deze ambachtslieden laten zich kenmerken door een hoge mate van specialisatie, met hun eigen traditie en keurmerk bij het maken van nieuwe instrumenten. Muzikanten keren terug naar de hedendaagse instrumentenmakers. De vioolbouw heeft zich weer op de muzikale kaart gezet.
 
== Prijzen ==