Nemo-tenetur-beginsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Xzokyu (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
volgt titelwijziging
Regel 1:
{{disclaimer juridisch lemma}}
Het '''nemo tenetur-beginselteneturbeginsel''', of voluit het beginsel van '''nemo tenetur prodere se ipsum''' betekent letterlijk dat '''niemand is gehouden tegen zichzelf (bewijs) te leveren''' of dat '''niemand kan worden gedwongen aan zijn eigen veroordeling mee te werken'''. Het recht om niet aan diens eigen veroordeling mee te werken kan door een verdachte worden ingeroepen in geval van een verdenking van een [[strafbaar feit]]. Het [[zwijgrecht]] maakt een belangrijk onderdeel uit van het nemo tenetur-beginselteneturbeginsel.
 
Door te verbieden dat de vervolgende instantie een verdachte van een strafbaar feit kan worden gedwongen mee te werken aan diens eigen veroordeling wordt [[justitiële dwaling]] voorkomen. Bij onder dwang verkregen verklaringen is immers de betrouwbaarheid in het geding, omdat deze verklaringen niet in vrijheid zijn afgelegd. Wanneer een persoon onder druk gezet wordt, zal hij eerder geneigd zijn toe te geven aan de eisen van de ondervrager. Daarnaast dient het beginsel ter waarborging van de [[onschuldpresumptie]], dat onder meer met zich mee brengt dat de bewijslast ligt bij de vervolgende instantie en dat niet willekeurig ongeoorloofde dwang wordt toegepast.
 
==Europese Hof voor de Rechten van de Mens==
Voor de uitleg en toepassing van het nemo tenetur-beginselteneturbeginsel zijn, voor de lidstaten van de [[Raad van Europa]], de volgende uitspraken van het [[Europese Hof voor de Rechten van de Mens]] maatgevend.
 
In de uitspraak Funke vst. Frankrijk<ref>http://www.hrcr.org/safrica/privacy/funke_france.html</ref> is voor het eerst bepaald dat de vervolgende instantie niemand kan dwingen om aan zijn eigen veroordeling mee te werken valt onder het [[recht op een eerlijk proces]]. Na deze uitspraak bestond bij de landenlidstaten aangesloten bij het Europese Hof voorvan de RechtenRaad van de MensEuropa grote onduidelijkheid over de vraag tot welk bewijsmateriaal het nemo tenetur-beginselteneturbeginsel zich precies strektuitstrekt. Zij vreesden dat controle op de [[handhaving|naleving]] van vele wetten en regels niet meer mogelijk zou zijn, omdat daarvoor vaak de medewerking van de burger nodig is. Men denke dan onder anderenandere aan de [[alcoholcontrole]] of het invullen van de [[belastingaangifte (Nederland)|belastingaangifte]].
 
In de uitspraak Saunders vst. Verenigd Koninkrijk<ref>http://www.hrcr.org/safrica/arrested_rights/saunders_uk.html</ref> zijn deze onduidelijkheden opgehelderd. Het Europese Hof voor de Rechten van de MensrechtMens oordeeltoordeelde in dat arrest dat het recht om niet aan diens eigen veroordeling mee te werken slechts geldt voor (mondeling, dan wel schriftelijk) bewijsmateriaal dat afhankelijk van de wil van verdachte bestaat. Men denke dan aan de bekentenis van een verdachte dat hij het strafbare feit heeft gepleegd. Het bewijsmateriaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat valt niet onder het verbod om niet aan diens eigen veroordeling me te werken. Men denke dan aan de ademanalyse bij de alcoholcontrole of de bankafschriften bij de belastingaangifte. Deze bewijsmaterialen bestaan ongeachteongeacht of de verdachte dit wel of niet wil. Van de verdachte wordt slechts verlangd dat hij deze materialen overlegd aan de vervolgende instantie.
 
== Voetnoten ==