Slavische talen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Algemene kenmerken: Wel instr. in het Russisch
Maiella (overleg | bijdragen)
lf
Regel 19:
* De West-Slavische talen worden in Midden-Europa gesproken. De belangrijkste West-Slavische talen zijn het [[Pools]], het [[Tsjechisch]] en het [[Slowaaks]]. De West-Slavische talen zijn onderling onder te verdelen in drie subgroepen. Het Pools hoort dan bij de ''Lechitische Groep''. Het woord “Lechitisch” gaat op de stam ''Lech'' terug, een oud woord voor “Pool”. Behalve Pools behoren het [[Kasjoebisch]] (dat soms als een Pools dialect wordt beschouwd) en het inmiddels uitgestorven [[Polabisch]] tot deze groep. De Lechitische talen zijn sterker aan elkaar verwant dan aan het [[Tsjechisch]], dat samen met het [[Slowaaks]] tot de ''Tsjechoslowaakse Groep'' behoort. De derde subgroep betreft het [[Sorbisch]]. Het Sorbisch, ook bekend als “Wendisch”, is een minderheidstaal die in het oosten van Duitsland wordt gesproken. Het Sorbisch kent twee varianten: [[Oppersorbisch]] en [[Nedersorbisch]].
* Ook de Zuid-Slavische groep kan worden onderverdeeld in subgroepen. [[Sloveens]], [[Bosnisch]], [[Servisch]] en [[Kroatisch]] worden zo in een ''Zuidwest-Slavische Groep'' onderverdeeld, waarin het [[Sloveens]] nog enigszins apart lijkt te staan. In het vroegere Joegoslavië werden deze talen gecombineerd in het [[Servo-Kroatisch]]. Sommige taalkundigen beschouwen het [[Montenegrijns]] als een aparte taal, sommige beschouwen het als een Servisch dialect.
:De ''Zuidoost-Slavische groep'' is minder verdeeld en omvat het [[Macedonisch (Slavisch)|Macedonisch]] en het [[Bulgaars]]. Tot deze groep hoort ook het zogenaamde [[Kerkslavisch]], een taal die alleen gebruikt wordt in de [[liturgie]] van de [[Oosters-Orthodoxeorthodoxe kerkenKerk|Oosters-Orthodoxeorthodoxe]] en [[Oosters-Katholiekekatholieke kerkenKerken|Oosters-katholieke]] kerken. De eerste teksten in deze taal zijn de oudst bekende Slavische teksten.
 
De verschillen tussen de verschillende Slavische talen zijn minder groot dan die tussen de Germaanse talen. Tot op zekere hoogte kunnen Slaven uit alle windstreken met enige oefening elkaars talen begrijpen. Wie een Slavische taal spreekt, heeft in het algemeen weinig moeite met het leren van een andere Slavische taal. Deze sterke onderlinge verwantschap is het gevolg van het relatief laat uiteenvallen van de Slavische talen.