Door ontwatering na de inpoldering daalde de [[grondwater]]stand sterk, zo sterk zelfs dat er [[akkerbouw]] mogelijk werd. Door [[Bodemdaling#Bodemdaling door een lage grondwaterspiegel|bodemdaling]] ten gevolge van de vertering van het veen boven de [[Freatisch vlak|grondwaterspiegel]] werden de omstandigheden later weer ongunstig voor akkerbouw en werd de polder een [[Rundveehouderij|veeteelt]]gebied. In de twintigste eeuw is de grondwaterspiegel opnieuw verlaagd waardoor er nu weer akkerbouw mogelijk is; er wordt voornamelijk [[mais#maisteelt|maïs]] verbouwd.