Douglas DC-2: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k dubbele info
aanv.
Regel 14:
| maxstartgewicht=8 420 kg
| maxbrandstof=
| motoren=2 × Wright Cyclone GR-1820-F53, 9 cilinder [[stermotor]]
| met een vermogen van stuwkrachtpermotor=710 [[Paardenkracht|pk]] (530 kW)
| stuwkrachtpermotor=
| kruissnelheid=306 km/u
| kruishoogte=
Regel 22:
| laatstevlucht=
| status=historisch
| aantal=130131 voor civiele luchtvaartmaatschappijen<br>62 voor het Amerikaanse leger
}}
[[Bestand:StateLibQld 1 131071 Royal Dutch Air Lines plane at Archerfield for the Melbourne Centenary Air Race.jpg||{{largethumb}}|De Douglas DC-2 PH-AJU ''Uiver'' van de KLM in 1934 in Australië]]
De '''Douglas DC-2''' was een [[Tweemotorig vliegtuig|tweemotorig]] [[aluminium]] [[vliegtuig]] voor 14 passagiers, gebouwd door de [[Douglas Aircraft Company]], dat in [[1934]] in productie werd genomen. In dat jaar werd de reputatie van de DC-2 internationaal gevestigd doordat de ''[[Uiver]]'' van de [[Koninklijke Luchtvaart Maatschappij|KLM]] een spectaculaire wedstrijdvlucht van Nederland naar Australië maakte. Er zijn in totaal 192193 toestellen van dit model gebouwd. Door de komst van de zeer succesvolle opvolger [[Douglas DC-3]] is de rol van de DC-2 relatief beperkt gebleven.
 
==Geschiedenis==
Tot de [[jaren 30]] bestonden vliegtuigen meestal uit een geraamte van [[hout]], overspannen met [[textiel]]. Na enkele serieuze ongelukken werd de roep om [[metaal|metalen]] vliegtuigen steeds groter, omdat aangenomen werd dat deze veiliger waren. Het eerste geheel metalen vliegtuig was de [[Boeing 247]], die 10 passagiers kon meenemen. Omdat van dat toestel vrijwel de gehele productie voor [[United Airlines]] was gereserveerd, deed de maatschappij TWA (Transcontinental and Western Air, het latere [[Trans World Airlines]]), een oproep aan een aantal andere fabrikanten om ook een geheel metalen toestel te ontwikkelen. Douglas' antwoord op deze oproep was de [[Douglas DC-1]], die vanaf juli 1933 succesvolle proefvluchten maakte. Daaruit werd een productieversie ontwikkeld die iets langer was en sterkere motoren kreeg. Deze had een topsnelheid van 338 km/u op 2070 meter hoogte en een maximale [[vlieghoogte]] van 6930 meter. De typeaanduiding werd DC-2.
 
Het toestel maakte wereldwijd indruk. TWA bestelde 32 toestellen waarvan het eerste op 11 mei 1934 vloog.<ref name=JEADC2> Jane’s Encyclopedia of Aviation, 1989, ISBN 1 85170 324 1, p. 336-337</ref> Andere Amerikaanse en ook Europese maatschappijen, waaronder [[Koninklijke Luchtvaart Maatschappij|KLM]], [[LOT Polish Airlines|LOT]] en [[Swissair]], volgden. De KNILM ([[Koninklijke Nederlandsch-Indische Luchtvaart Maatschappij]]) kocht ook drie exemplaren. Een daarvan bestaat nog steeds in Australië. In juni 1934 waren reeds 75 exemplaren besteld.<ref name=JEADC2/> In totaal werden 192193 DC-2's in diverse versies gebouwd, waarvan 62 in diverse uitvoeringen voor het Amerikaanse leger (het [[United States Army]] Air Corps).
 
De opvolger van de DC-2 werd de [[Douglas DC-3]], die eind 1935 zijn eerste proefvlucht maakte en waarvan er vanaf 1936 meer dan 10.000 gebouwd zijn. Deze had dezelfde algemene opzet als de DC-2, maar was groter, had krachtiger motoren en was economischer in het gebruik.
Regel 45:
* 9 december 1936: PH-AKL ''Lijster'' bij [[Croydon (Londen)]], 15 van de 17 inzittenden omgekomen;
* 28 juli 1937: PH-ALF ''Flamingo'' bij [[Halle (Vlaams-Brabant)]], alle 15 inzittenden omgekomen.
Deze vliegrampen riepen veel commotie, vragen en kritiek op, waarbij pers en publiek zich afvroegen of de keuze voor het Amerikaanse product zo verstandig was geweest. KLM-directeur [[Albert Plesman]] heeft deze beslissing echter altijd verdedigd en het beleid doorgezet. Tegen het einde van de jaren dertig was de vliegvloot grotendeels op de DC-2 en DC-3 gestandaardiseerd, waaraan de [[Lockheed L-14 Super Electra]] werd toegevoegd.
BeginDe 1940DC-3 werden eende Super Electra kregen de overhand en in 1939 had de KLM voor de meeste DC-2's geen emplooi meer, mede doordat de Europese oorlogssituatie beperkingen oplegde aan de lijndiensten. Overwogen werd een aantal machines te verkopen, maar dat is met slechts een exemplaar gebeurd. Begin 1940 werd de PH-AKH ''Haan'', via een Zweedse maatschappij verkocht aan Finland. Dit toestel bestaat nog steeds en bevindt zich in een Fins luchtvaartmuseum. Bij de [[Duitse aanval op Nederland in 1940|Duitse aanval op Schiphol op 10 mei 1940]] verloor de KLM vijf DC-2's door onherstelbare schade. Zes andere exemplaren werden gevorderd door de [[Luftwaffe (Wehrmacht)|Luftwaffe]], die ze na de Nederlandse [[capitulatie]] overdroeg aan de [[Lufthansa]]. De als enige overgebleven DC-2 PH-ALE ''Edelvalk'', die in mei 1940 in het [[Neutraal land|neutrale]] [[Portugal]] verbleef, werd ingezet op de door de KLM voor de Britten gevlogen oorlogslijndienst Lissabon-Londen. Dit toestel is de enige KLM DC-2 die na de bevrijding nog op Schiphol is teruggeweest.
 
== Fotogalerij ==
Regel 59:
 
==De DC-2 nu==
Tegenwoordig zijn er nog diverse DC-2's over, waarvan slechts twee luchtwaardig.<ref>[[:en:Douglas DC-2#Survivors|Volledige lijst van nog bestaande DC-2's op Engelstalige Wikipedia]]</ref>
;Luchtwaardig
* c/n 1404: Het [[Nationaal Luchtvaart-Themapark Aviodrome]] op [[Lelystad Airport]] bezit een van de twee DC-2's die nog kunnen vliegen. Dit vliegtuig heeft in 1983-1984 de vlucht van de ''Uiver'' van vijftig jaar eerder onder veel belangstelling overgedaan. In 1999 werd het van de Amerikaanse eigenaar gekocht door een daartoe opgerichte Nederlandse stichting. Het toestel werd tot 2005 soms ingezet tijdens [[vliegshow]]s. In juli 2005 is het door zijn [[landingsgestel]] gezakt, maar in juni 2007 was het weer volledig vliegwaardig. Dit toestel, dat aanvankelijk eigendom was van de [[United States Navy|US Navy]], is geschilderd in de kleuren van de originele ''Uiver'', en heeft ook zijn naam en de fictieve [[Vliegtuigregistratienummer|registratie]] PH-AJU overgenomen, maar wie goed zoekt vindt de eigenlijke registratie NC39165.