Late oudheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k correctie voornaamwoordelijk bijwoord ("erboven uitsteken")
Regel 57:
De ''[[Notitia Dignitatum]]'' (een soort staatshandboek) biedt veel informatie over het bestuur in de late oudheid (burgerlijk en militair). Ook het werk ''De Magistratibus'' van [[Johannes Lydos]] levert belangrijke details over het Laat-Romeinse bestuur. Daartoe behoort ook het beroemde [[Corpus Iuris Civilis]] (dit is niet de contemporaine benaming) uit de zesde eeuw, inschriften (die lang niet meer zo talrijk zijn als in de hoge keizertijd), muntvondsten en [[papyrus|papyri]] en niet in de laatste plaats, en met name in de laatste decennia, de [[archeologische]] vondsten.
 
=== [[Status quaestionis]] ===
Voor het onderzoek van de late oudheid is het lang een probleem geweest de relatief moeilijk vast te stellen grens tussen late oudheid en de middeleeuwen aan te geven. In ouder onderzoek heerste de opvatting dat de late oudheid een periode was geweest van moreel en cultureel verval ([[decadentie]]theorie naar [[Edward Gibbon]]s ''[[The History of the Decline and Fall of the Roman Empire]]''; ook [[Voltaire]]'s ''Essai sur les mœurs et l’esprit des nations''; Assoziation van ''spät'' met ''Dahinwelken'', ''Verfall''). Deze leerstelling was ook nog in de 19e eeuw dominant. Zelfs [[Otto Seeck]] verdedigde dit standpunt in zijn beroemde hoofdwerk ''Geschichte des untergangs der antiken Welt''.