Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 12:
In de [[Vroegmoderne Tijd]] in Europa zijn het allereerst de [[Protestantisme|protestanten]] die hierover ideeën ontwikkelen onder invloed van onderdrukking. Zo veranderde [[Johannes Calvijn|Calvijn]] van standpunt over gehoorzaamheid aan de monarch in zijn uitleg van het [[Daniël (boek)|boek Daniël]] in 1561. Daarin stelde hij dat aardse vorsten hun macht verspelen als ze tegen God in opstand komen. Calvijn was echter erg voorzichtig en riep niet op tot verzet. Verzet was voorbehouden aan magistraten, voor alle anderen was het een misdaad.
 
Desondanks ontwikkelden de [[monarchomachen]], [[Hugenoten|Hugenootse]] juristen, het idee van [[volkssoevereiniteit]]. Na de [[Bartholomeusnacht]] van 1572 werd dit uitgewerkt tot de theorie uit van [[tyrannicidetirannicide]] of tirannenmoord waarin zij zich keerden tegen de [[absolute monarchie]]. [[François Hotman|Hotman]] (1524-1590) stelde dat koningen altijd al aan werden gewezen door een volksvergadering en dat als zij zich aan de wet onttrokken, verzet gerechtvaardigd was.
 
Een andere monarchomach, [[Philippe du Plessis-Mornay|Mornay]] (1549-1623) schreef mogelijk ''[[Vindiciae contra tyrannos]]'' (1579), ''de verdediging van de vrijheid tegen tirannen''. Dit was een belangrijke stap in de protestantse visie op [[burgerlijke ongehoorzaamheid]]. Deze tekst beïnvloedde [[Loyseleur de Villiers|Villiers]] bij het schrijven van de [[Apologie van Willem van Oranje]] (1580). De apologie vormde weer de basis voor het [[Plakkaat van Verlatinghe]] van 1580 waarin de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] verklaarden dat hun vorst, [[Filips II van Spanje|Filips II]], hun vrijheden en rechten had geschonden en verklaarden hem vervallen van de troon.