Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 6:
 
== Recht van opstand ==
Het [[recht van opstand]] is door velen zowel verdedigd als betwist vanuit verschillende gezichtspunten. Zo gold in China het [[Hemels Mandaat]] slechts als de door de Hemel verkozen en gezegend keizer deugdig heerste. Als dit niet zo was dan gaf de Hemel het mandaat aan iemand anders en werd deze keizer. Dit patroon van het verkrijgen en weer verliezen van het Hemels Mandaat werd regelmatig gebruikt om machtsovernames te rechtvaardigen.
 
De [[rechtvaardige oorlog]] (''bellum iustum'') was een Romeins concept dat in de christelijke traditie geïntegreerd werd door [[Augustinus van Hippo|Augustinus]] (354-430). Met het ''[[Decretum Gratiani]]'' (1140) van [[Gratianus (kerkjurist)|Gratianus]] werd het onderdeel van het [[canoniek recht]]. [[Thomas van Aquino]] (1225-1274) werkte dit verder uit. Drie kenmerken stonden centraal: de oorlog moest worden verklaard door een legitieme autoriteit, worden gevoerd voor een rechtvaardig doel, en met een juiste intentie. Aquino beperkte zich niet tot de strijd tussen staten, maar stelde dat een tiranniek regime, geleid door [[eigenbelang]], volgens dezelfde principes omvergeworpen mocht worden.
 
In de [[Vroegmoderne Tijd]] in Europa zijn het allereerst de [[Protestantisme|protestanten]] die hierover ideeën ontwikkelen onder invloed van onderdrukking. Zo veranderde [[Johannes Calvijn|Calvijn]] van standpunt over gehoorzaamheid aan de monarch in zijn uitleg van het [[Daniël (boek)|boek Daniël]] in 1561. Daarin stelde hij dat aardse vorsten hun macht verspelen als ze tegen God in opstand komen. Calvijn was echter erg voorzichtig en riep niet op tot verzet. Verzet was voorbehouden aan magistraten, voor alle anderen was het een misdaad.