Pre-implantatiegenetische diagnostiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
geen verbetering
Regel 2:
'''Pre-implantatie genetische diagnostiek''' (PGD) is een techniek om genetische afwijkingen op te sporen in eicellen of embryo's voorafgaand aan of aansluitend op [[in-vitrofertilisatie]] (IVF) of [[intracytoplasmatische sperma-injectie]] (ICSI).
==Ethiek==
Omdat slechts de niet aangedane embryo's in de baarmoeder worden teruggeplaatst, vormt PGD een alternatief voor de huidige [[prenatale diagnostiek]], zoals [[vruchtwaterpunctie]] of [[vlokkentest]], waarop vaak een zwangerschapsafbreking volgt als de uitslag positief is. Het belangrijkste voordeel van PGD boven prenatale diagnostiek is dat het onderzoek plaatsvindt voordat er sprake is van zwangerschap. De psychische problematiek van zwangerschapsafbreking is daardoor niet aan de orde. Sommige mensen houden wel reserves op moreel gebied. Bijvoorbeeld omdat vrouwen sterk onder druk komen te staan "perfekte" kinderen te moeten krijgen (maatschappelijke druk). Vrouwen die wel voor hun kind kiezen worden dan scheef aangekeken. Voor veel gehandicapte mensen en hun naasten is het tevens pijnlijk te moeten horen, dat zij volgens de moderne wetten en medicijnen niet hadden mogen geboren worden. Voor de [[Rooms-Katholieke Kerk]] en voor veel [[Orthodox-protestantisme|rechtzinnige]] protestanten is de bevruchting het moment waarop een nieuwe mens ontstaat en blijven er ethische vragen. Volgens de [[Islam]] en het [[Jodendom]] ontstaat het menselijk leven pas in de [[baarmoeder]] en is er geen probleem.
 
==Geschiedenis==