Naamval: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
Sommige talen, zoals het [[Nieuwgrieks]] en het [[Arabisch]], hebben slechts een paar naamvallen. Andere niet-[[Indo-Europese]] talen hebben er veel meer, zoals veel [[Oeraalse talen]]<ref>vooral [[Suffix|achtervoegsel]]s (suffixen) en [[achterzetsel]]s (postposities) geven de 'naamvallen' aan.</ref> en het [[Baskisch]], of juist helemaal geen, zoals de [[Chinese talen]] en de in een klein deel van [[Afrika]] gesproken [[Gbe-talen]]. Het volledig ontbreken van een naamvallensysteem is kenmerkend voor een [[isolerende taal]].
 
=== Indo-Europese naamvallen ===
Voorbeelden van [[Indo-Europese talen]] met morfologisch zichtbare naamvallen zijn het [[Latijn]], [[Russisch]] en [[Duits]]. In al deze talen gaat het naamvallensysteem terug op dat van het [[Proto-Indo-Europees]], dat vermoedelijk acht naamvallen kende (zie hieronder). In de meeste Indo-Europese talen is het aantal naamvallen verminderd of zijn de naamvallen zelfs nagenoeg helemaal verdwenen, behoudens de verbogen vormen van het [[persoonlijk voornaamwoord]] (dit geldt met name voor de [[Romaanse talen]]), zo men deze vormen ook tot de naamvallen wil rekenen<ref group="noten">Zie noot 1.</ref>.<ref>{{aut|[[Joop van der Horst]]}}, ''Geschiedenis van de Nederlandse syntaxis'', Deel 1, 2008: 144-148</ref>