Dogradynastie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Alle rode verwijzingen, die er stonden, staan er zo nu nog steeds. Mijn andere verwijzingen heb ik weer doorgevoerd. |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 5:
In 1820 benoemde de [[sikhkeizer]] [[Ranjit Singh]] de Dogra [[Kishore Singh]], een lokale bestuurder, tot raja van Jammu. Zijn zoon, raja [[Gulab Singh]] regeerde van 1822 tot 1857 en breidde hun gebied sterk uit. Gulab Singh ging zich in de loop der tijd steeds onafhankelijker van de sikhkeizers gedragen. Tussen 1835 en 1840 onderwierp het leger onder leiding van generaal [[Zorawar Singh]] [[Ladakh]] en [[Baltistan]] aan het gezag van de maharadja. Zorawar Singh leidde daarna een mislukte militaire expeditie tegen [[Tibet (gebied)|Tibet]], maar sneuvelde. De Tibetanen en hun Chinese bondgenoten vielen daarop Ladakh binnen, maar werden, in 1842, verslagen in de [[Slag bij Chushul]]. In het daaropvolgende vredesverdrag, het [[Verdrag van Chushul]], werd de grens tussen het door de Dogra's bestuurde Ladakh en Tibet vastgelegd. Door deze gebiedsuitbreidingen ging het Dograrijk een bedreiging vormen voor zowel de raja van [[Kasjmirvallei|Kasjmir]] als voor de sikhkeizer zelf.
In de [[Eerste
De opvolger van Gulab Singh, maharaja [[Ranbir Singh]] regeerde van 1857 tot 1885, hij veroverde [[Gilgit]]. [[Astore]], [[Hunza (gebied)|Hunza]], [[Nagar (plaats)|Nagar]], [[Ponial]] en [[Chilas]] werden schatplichtig aan de maharaja gemaakt. Maharaja [[Pratap Singh]] regeerde na hem van 1885 tot 1925. Pratap Singh voerde een bestuursraad in, waarin ook een Britse diplomaat zitting had.
|