Liqueur de tirage: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mar(c) (overleg | bijdragen)
sp. traditionnelle, taal, cursiviteiten
ter grote
Regel 7:
Vroeger was het onmogelijk om precies te berekenen hoeveel extra suiker men nog aan de stille champagne kon toevoegen zonder de fles, waarin een druk van tussen de 5 en 6 atmosfeer wordt opgebouwd, te laten exploderen. In een berucht geworden "année de la grande casse" (1828) ontploften 80% van de in de kelders gelagerde flessen. In jaren dat te weinig suiker was toegevoegd was de champagne niet goed van smaak, terwijl de "mousse", de kenmerkende belletjes, onvoldoende aanwezig was. De apotheker [[André François]] in [[Châlons-sur-Marne]] vond in 1837 de [[sucre-oenomètre]] uit waarmee de keldermeesters konden berekenen hoeveel restsuiker de stille wijn nog bezat.
 
Het champagnehuis [[Moët & Chandon]] heeft de klassieke ''liqueur de tirage'' vervangen door de "dosage des billes", vierhonderd gistbolletjes ter grotegrootte van hagelkorrels die uit samengeperste algen, suiker en gist bestaan, worden aan de fles toegevoegd. Zo ontstaat geen bezinksel en in theorie kan dan ook de bewerkelijke ''[[remuage]]'' vervallen, het langzaam handmatig draaien van de op houten rekken liggende flessen.
 
== Zie ook ==