Klif van Bandiagara: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 213.34.227.26 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door RomaineBot
k stijl; links; {feit}
Regel 9:
| inschrijving=1989
}}
Het '''Klif van Bandiagara''' (Land van de Dogon) is een [[klif]] in [[Mali]]. dieHet werd in [[1989]] werd toegevoegd aan de [[UNESCO]] [[Werelderfgoedlijst]], zowel om natuurlijke als om culturele redenen. Met name de [[Dogon (volk)|Dogon]]-cultuur en diens interactie met de natuurlijke omgeving (bijvoorbeeld in de vorm van het gebruik van medicinale wilde planten) wordt geroemd.{{feit}}
 
==Geschiedenis==
De Dogon zijn één van de weinige volkeren in [[West-Afrika]] die zeer goed zijn geslaagd in het bewaren van hun eigen cultuur. De reden hiervoor is waarschijnlijk de afgelegen positie van hun leefgebied. De Dogondorpen, met hun graanschuren van klei, liggen dichtbij of op het klif (Falaise). Hier hebben de [[animistische religie|animistische]] Dogon zich eeuwen geleden op hun vlucht voor de [[moslims]] teruggetrokken. De Dogon op hun beurt hebben Bandiagara in de [[14e eeuw]] veroverd op de [[Tellem]]. Van deze laatste groep zijn nog begraafplaatsen in de rotsen overgebleven.
 
==Maatschappij==
DeHet Klif van FalaiseBandiagara is één van de indrukwekkendste landschappen in [[West-Afrika]]. Het bestaat uit rood-gekleurde rots. De hellingen (met een maximale hoogte van 500 meter) zijn steil, maar de bovenkant, met een breedte van verscheidene kilometers, is vrij vlak. Het gehele klif is circa 150 kilometer lang. Het gebied is weinig vruchtbaar, maar dankzij intensieve landbouwtechnieken zoals irrigatie van kleine velden kunnen de Dogon genoeg voedsel verbouwen.
 
HetEen Dogon-dorp is aangelegd volgens de structuur van het mensenlichaam. Ook ieder huis afzonderlijk heeft deze indeling. De aanleg heeft dus een symbolische betekenis. Zo is de haard bijvoorbeeld het hoofd en de maalstenen staan op de plaats van de nieren. De bouwkunst is agglutinerend en zeer flexibel: de grootte van het huis wordt aangepast volgensaan de grootte van het gezin doordat er ruimtes worden bijgebouwd. De huizen hebben ronde muren wegens het technische voordeel dat dit stabieler is dan rechte muren. Ze zijn in [[leem]] opgetrokken omdat dit materiaal goed isoleert: binnen blijft het 's nachts warm en is het overdag fris. Een woonplaats en een opslagplaats ([[graansilo]]) zien er van buitenaf hetzelfde uit, met uitzondering van een laddertrap naar de deur van de opslagplaats terwijl bij de woonplaats de deur zich op de begane grond bevindt.
 
In de maatschappij van de ([[Dogon (volk)|Dogon]]) is de [[groepssolidariteit]] van zeer groot belang. Er is sprake van een genootschap dat het culturele leven organiseert, namelijk het Awa-genootschap. Een belangrijke constructie in het Dogondorp is het [[mannenhuis]] (de ''toguna''). Het staat op een prominente plaats met zich op het hele dorp en is te herkennen aan het dikke strodak en zware gesculpteerde palen.
 
De hele maatschappij, cultuur en wereldvisie van de Dogon is op het Sigi-ritueel gebaseerd. Het Sigi-ritueel is een zestig jaar durend ritueel waarvan de cyclus gebaseerd is op de omloop van de ster Sirius. Iedere zestig jaar wordt de cyclus opnieuw gestart waarbij een groot moedermasker gemaakt wordt van vijf à twaalf meter lang. Zo is er een cyclisch denken waarbij de schepping soms moet herschapen worden. Dat wordt dan ook vaak nadrukkelijk weergegeven in de kunst.
 
==Kunst==
Vanaf de [[1930-1939|jaren dertig]] heeft de Franse etnoloog [[Marcel Griaule]] samen met zijn medewerkers grondig veldwerk gedaan in het gebied van de Dogon. Daardoor is de context, de functie en de betekenis van de kunst vrij goed bekend. Bovendien werden er oude houten voorwerpen teruggevonden, wat uitzonderlijk is in Afrika wegens de vergankelijkheid van het materiaal. Deze voorwerpen lagen in de grotten van de klif die als begraafplaatsen dienen en waar een droog microklimaat heerst zodat er geen rotting kon plaatsvinden.
 
De Dogon hebben een gevarieerde [[beeldhouwkunst]] waarin heel wat mythologische en [[kosmogonie|kosmogonische]] symbolen voorkomen. De sculpturen zijn hoekig, strak, rechtlijnig en sober. De verschillende dorpen hebben echter elk een eigen stijl maar de algemene kenmerken komen steeds terug. Het thema dat het meeste voorkomt is dat van de overleden voorouders. Een typisch motief is dat van een mens met de armen omhoog. Dit zou een hercreatie zijn van het scheppingsgebaar.