Gerard David: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Jean-Pierre Remy (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
David was gehuwd met Cornelia Knoop de dochter van Jacob Knoop de Jongere, die belangrijke functies bekleedde in het gilde van de goudsmeden. Ze hadden een dochter Barbara, maar in de aktes en documenten is nog geen informatie teruggevonden over de datum van het huwelijk<ref>Thomas Kren, Scot McKendrick, Illuminating the Renaissance: The Triumph of Flemish Manuscript Painting in Europe, 2003, The J. Paul Getty Museum, Los Angeles, p. 344.</ref><ref>Op de website van het Musée des Beaux-Arts geeft men een datum van 1496, maar zonder enige referentie.</ref> of de geboorte van Barbara. Wel weten we dat David het altaarstuk Virgo inter Virgines (Musée des Beaux Arts, Rouen), waar hijzelf en zijn echtgenote als schenkers werden geschilderd aan de rand van de compositie, schilderde omstreeks 1506.
 
In 1488 wordt David door de gildeleden verkozen tot ''tweede vinder''<ref>Assistent bestuurslid van de deken van het gilde.</ref>. In 1495 en 1499 wordt hij ''eerste vinder''. Na de dood van Hans Memling in 1494 werd David op 12 oktober 1501 benoemd tot deken van het gilde en is hij een van de leidende kunstenaars in Brugge, getuige daarvan zijn de verschillende opdrachten voor het schepencollege. David probeert zich op te werken als de opvolger van Memling en het zal dus wel geen toeval geweest zijn dat hij in 1494 verhuisde naar een huis over de ''Vlamingenbrug'' (nu de St. Jorisstraat), waar voordien Memling gevestigd was. Hij kreeg talrijke opdrachten van Italiaanse en Spaanse diplomaten, bankiers en handelaars die zich in Brugge hadden gevestigd. Een van die opdrachten was van de [[Republiek Genua|Genuese]] bankier en diplomaat Vincenzo Sauli die een [[polyptiek]] bestelde voor het hoogaltaar van de kerk van het San Gerolame della Cervara klooster bij Genua in 1506. Voor dit werk zou David naar Genua gereisd zijn om ter plaatse na te gaan waar het werk zou geplaatst worden.<ref name=mieke/> Van 1507 tot 1514 was David lid van de religieuze broederschap''[[Broederschap van ''Onze -Lieve Vrouw-Vrouwe van den Drogendrogen Boomboom]]'' wat betekent dat hij was opgeklommen tot de stedelijke elite.
 
Na de opstand van Brugge tegen [[Keizer Maximiliaan I|Maximiliaan]] van Oostenriijk in 1488 werd de stad zwaar gestraft door de [[Huis Habsburg|Habsburger]]. Het vertrek van de handelslui naar Antwerpen leidde tot de achteruitgang van Brugge en de opkomst van Antwerpen als internationaal handelscentrum. In 1515 liet Gerard David zich dan ook inschrijven in het [[Sint-Lucasgilde]] te [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] om ook in die handelsmetropool zijn werk te kunnen verkopen, maar hij blijft in Brugge gevestigd en overlijdt daar op 13 augustus 1523. Hij werd begraven onder de toren van de [[Onze-Lieve-Vrouwekerk (Brugge)|Onze-Lieve-Vrouwekerk]].<ref name=mieke>Mieke Parez, Biografie van Gerard David in [http://vlaamseprimitieven.vlaamsekunstcollectie.be/nl/biografieen/gerard-david Vlaamse Kunst Collectie]</ref>