Neurondoctrine: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Paxfilosoof (overleg | bijdragen)
Regel 10:
De neurondoctrine is een voorbeeld van de samenloop van verschillende bewijzen van onafhankelijke en niet samenhangende bronnen die op deze manier zorgen voor sterke conclusies, in dit geval uit welke "bouwstenen" de hersenen bestaat. Deze bewijzen kwamen uit vijf experimentele onderzoekgebieden: [[anatomie]], [[fysiologie]], [[farmacologie]], [[embryologie]], en de [[psychologie]].
 
De '''psychologische''' ontwikkeling, waardoor uiteindelijk de neurondoctrine algemeen aanvaard werd is minder duidelijk.
De '''anatomie''' was het belangrijkste deel in de ontdekking van het neuron doctrine principe. In de helft van de 20e eeuw (bij de uitvinding van de elektronen microscoop), werd definitief bewezen dat de hersenen uit deze neuronen bestaat.
Belangrijke wetenschappers die bijdrage hebben geleverd zijn: [[Franz Joseph Gall]], [[Baruch Spinoza]], [[Paul Pierre Broca]], [[Carl Wernicke]], en [[Hughlings Jackson]].
 
In de '''embryologie''' werd in 1920 bewezen door Ross Harrion dat [[dendriet (neurologie)|dendrieten]] en de [[axon]] groeit vanuit de [[cellichaam]].
Deze ontdekking kwam van individuele neuronen in weefsel cultuur te onderzoeken.
 
'''Fysiologisch''' onderzoek begon rond de 18e eeuw, toen [[Luigi Galvani]] had ontdekt dat spier en hersen cellen elektriciteit produceren.
Later onderzoek werd verricht door [[Johannes Müller]], [[Emil du Bois-Reymond]], en [[Herman von Helmholtz]]. Zij ontdekte de snelheid van conductie van elektrische activiteit van de [[axon]]. Zij toonden ook aan dat de elektrische activiteit van een neuron de bijliggende neuron een elektrische activiteit kan veroorzaken.
 
In de '''embryologie''' werd in 1920 bewezen door Ross Harrion dat [[dendriet (neurologie)|dendrieten]] en de [[axon]] groeit vanuit de [[cellichaam]].
Deze ontdekking kwam van individuele neuronen in weefsel cultuur te onderzoeken.
 
Onderzoek in de '''farmacologie''' door [[Claude Bernard]], [[Paul Ehrlich]], en [[John Langley]] demonstreerde dat stoffen niet op elke plek van de cel werken, maar alleen op de receptoren gelegen op membraan van de cel. Hierdoor werd ontdekt dat receptoren chemisch met elkaar communiceren met behulp van neurotransmitters.
 
De '''anatomie''' was het belangrijkste deel (en definitieve bewijs) in de ontdekking van het neurondoctrine, dit dankzij de uitvinding van de elektronenmicroscoop in de helft van de 20e eeuw.
De '''psychologische''' ontwikkeling, waardoor uiteindelijk de neurondoctrine algemeen aanvaard werd is minder duidelijk.
 
Belangrijke wetenschappers die bijdrage hebben geleverd zijn: [[Franz Joseph Gall]], [[Baruch Spinoza]], [[Paul Pierre Broca]], [[Carl Wernicke]], en [[Hughlings Jackson]].
 
{{Appendix}}