Spaarsluis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pieter53 (overleg | bijdragen)
Janhuisman42 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
 
==Hoe veel water verbruikt een sluis?==
Als een gewone klassieke sluis van “leeg” naar “vol” loopt ''(opschutten''), gaat er een watermassa naar beneden van L x B x H, waarin L de lengte van de sluis is, B de breedte en H de hoogte waarmee omhoog geschut wordt (het [[verval]]). Het maakt daarbij niet uit of er een of meer schepen in de sluis liggen, het waterverbruik is in beide gevallen gelijk. Dit kan geïllustreerd worden met de schetsjes hiernaast.<ref>[http://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/aanvullende_teksten/teksten.php?tekst=sluizen-water Waterverlies bij het schutten op de website Binnenvaarttaal]</ref>)
 
[[Bestand:Waterverbruik schutsluis.JPG|thumb|right|400px|Het waterverbruik van een schutsluis]]
Een gewone sluis “verbruikt” voor het schutten dus altijd dezelfde hoeveelheid water, ongeacht het scheepvaartverkeer. Als er meerdere sluizen in een kanaal zijn moeten die bij voorkeur dezelfde afmetingen hebben, anders klopt de waterhuishouding niet. Zo waren er vroeger in de [[Zuid-Willemsvaart]] tussen [[Den Bosch]] en [[Nederweert]] 13 sluizen, waarvan 12 dezelfde afmetingen hadden, maar die in Den Bosch was veel groter. Dit had tot gevolg dat de sluis in Den Bosch veel minder vaak kon schutten dan de andere sluizen, anders was er te weinig wateraanbod. Voor de schippers betekende dit vaak wachten. In 1993 heeft men bij [[Helmond]] drie sluizen samengevoegd tot een grotere, waarbij het aantal schuttingen ook aangepast moest worden aan het waterverbruik.
 
==Invloed van de scheepvaart door de sluis==
Toch kan het wel uitmaken welke tonnenmaat aan schepen er in een sluis geschut wordt. Uit het bovenstaande zou men kunnen afleiden van niet, maar dat is toch niet helemaal waar. Als een schip de [[sluiskolk]] invaart wordt de waterhoeveelheid die het schip verdringt uit de sluiskolk verdreven. Dat water komt dus in het kanaalpand terecht waar het schip vandaan kwam. Als het schip na het schutten de sluiskolk weer verlaat, dan stroomt er weer net zo’n hoeveelheid water in de sluiskolk, dat water is afkomstig uit het pand waar het schip net invaart. Als er door een kanaal lading vervoerd wordt, voornamelijk in één richting, dus bijvoorbeeld geladen schepen schutten af en lege schepen schutten op, dan doet zich het volgende fenomeen voor. Via de sluis wordt per schutting een hoeveelheid water omhoog gevoerd van het lage naar het hoge pand, overeenkomend met de vervoerde tonnen lading. Daardoor is het waterverbruik van de sluis dan lager dan bij een gelijk verdeeld ladingaanbod voor de opvaart en de afvaart. Gaat de meeste lading echter van laag naar hoog, dan voert de sluis juist die hoeveelheid verdrongen water naar beneden. (Er zijn echter bronnen die het voorgaande bestrijden <ref>[http://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/aanvullende_teksten/teksten.php?tekst=sluizen-water Waterverlies bij het schutten op de website Binnenvaarttaal]</ref>) Een vergelijkbaar verschijnsel doet zich voor bij een [[scheepslift]], waar bij gelijk ladingvervoer opvarend en afvarend geen water verbruikt wordt, bij meer afvaart(lading) gaat er water naar boven, bij meer opvaart(lading) gaat er water naar beneden.
 
==Het waterverbruik beperken==