Gérard Romsée: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Gérard Lambert Marie Ghislain Romsée''' ([[Guigoven]], [[11 oktober]] [[1901]]- [[Sint-Pieters-Woluwe]], [[14 april]] [[1975]]) was een [[Vlaanderen|Vlaams]] politicus.<ref>[http://users.pandora.be/frankie.schram/tijd/bio/roms.html Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging]</ref> Na het begin van de [[Tweede Wereldoorlog]] werd hij [[Gouverneur]] van [[Limburg (Belgische provincie)|Limburg]]. In april 1941 werd hij benoemd tot ''secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid''. Zo behoorde hij tijdens de [[België in de Tweede Wereldoorlog|Duitse bezetting]] tot het ''[[Comité van de secretarissen-generaal]]'', die in afwezigheid van de Belgische regering feitelijk het land bestuurden. Na de oorlog werd hij veroordeeld wegens [[collaboratie]].
 
=== Levensloop ===
Romsée werd in [[1901]] in een welgestelde herenboerenfamiliefamilie geborenvan inherenboeren het [[Haspengouw|Zuid-Limburgse]] [[Kortessem|Guigoven]]geboren. Aanvankelijk was Romseéhij [[belgicisme (politiek)|belgicist]] en [[franskiljons|francofiel]]: zijn familie langs vaderskant was afkomstig vanuit [[Luik (provincie)|Luik]], terwijl zijn moeder stamde uit een rijke familie van ''grootgrondbezitters''. ZoalsDe invoertaal veel rijke families in die tijdthuis was de voertaal thuis Frans en de familie was uitgesproken belgicistisch en koningsgezind. Zoals zijn broers werd hij tot zijn twaalfde door een huisleraar onderricht.
 
Op het O.L.V-college van [[Tongeren (stad)|Tongeren]] was Romsée een van de mede-oprichters van het belgicistische jongensclubje ''De zwarte hand''. Pas als vijftienjarige werd hij [[flamingant]] onder invloed van [[Vlaamse Beweging|Vlaamsgezind]]e ''priester-leraars''. In [[1920]] begon hij zijn studies [[rechten]] en [[Thomas van Aquino|Thomistische wijsbegeerte]] aan de [[Katholieke Universiteit Leuven]]. Hij werd lid van enkele Vlaamsgezinde studentenverenigingen, waaronder het [[Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond]], en ijverde voor het ''recht op onderwijs in het Nederlands''. Confrontaties met [[Walen]] en belgicistenFranstaligen liepen uit op vechtpartijen en Romsée werd van de universiteit gegooidgestuurd. Dit voorval betekende ook de breuk met het thuisfront. Via de [[centrale examencommissie]] kon Romsée toch afstuderen, weliswaar met de financiële steun van gelijkgestemde geestelijken en van de [[Boerenbond (Vlaanderen)|Boerenbond]]. Hij behaalde een [[doctoraat|doctorstitel]] in de rechten en een [[Licentiaat|licentie]] in de [[wijsbegeerte]].
 
Op 26 mei [[1929]] wordtwerd hij verkozen voor de Limburgse ''Katholieke Vlaamsche Volkspartij''. Deze partij huldigthuldigde een uitgesproken [[Rooms-katholieke Kerk|katholiek]] standpunt, zweertzwoer bij een [[Federalisme|federalistische]] staatshervorming en verwerptverwierp [[Groot-Nederland]]. De KVVL groeitgroeide vanaf [[1936]] uit tot de tweede partij in Limburg. Romsée wordtwerd zo een van de topfiguren in de [[Vlaamse Beweging|Vlaams-Nationale beweging]]., Pasdie danhij stuurt Romsée haar eenin [[extreem-rechts]]e richting instuurde. Hij spreektsprak zich uit voor de [[Nieuwe Orde]] en een [[Corporatisme|corporatief]] georganiseerde samenleving. De Katholieke Vlaamsche Volkspartij wordt eind jaren dertig opgeslorpt door het [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]] van [[Staf de Clercq]], Romsée wordt VNV-[[fractieleider]] en lid van de ''Raad van Leiding'' van de partij. Hij was in die functie een stimulerende factor bij de akkoorden tussen [[Rex (partij)|Rex]] en VNV en tussen de [[Katholieke Vlaamse Volkspartij]] en het VNV. In november 1939 zegde hij de steun van zijn partij toe aan de neutraliteitspolitiek van de Belgische regering. Hij werd toen door buitenstaanders beschouwd als behorende tot de ''gematigde strekking'' binnen het VNV.
 
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij werd eind jaren dertig opgeslorpt door het [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]] van [[Staf de Clercq]]. Romsée werd VNV-[[fractieleider]] en lid van de ''Raad van Leiding'' van de partij. Hij was in die functie een stimulerende factor bij de akkoorden tussen [[Rex (partij)|Rex]] en VNV en tussen de [[Katholieke Vlaamse Volkspartij]] en het VNV. In november 1939 zegde hij de steun van zijn partij toe aan de neutraliteitspolitiek van de Belgische regering. Hij werd toen door buitenstaanders beschouwd als behorende tot de ''gematigde strekking'' binnen het VNV.
In de zomer van 1940, na de [[Achttiendaagse veldtocht]], speelt Gerard Romsée namens het VNV een rol in pogingen om een nieuw [[Autoritarisme (politicologie)|autoritair]] ''staatsmodel'' en een nieuwe regering te vormen, al dan niet onder leiding van [[Koning (titel)|koning]] [[Leopold III van België|Leopold III]]. In augustus [[1940]] wordt hij [[gouverneur]] van [[Belgisch Limburg|Limburg]] en van april [[1941]] tot september 1944 ''secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid''. Formeel neemt hij vanaf 1940 afstand van de leiding van het [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]], alhoewel hij nooit ontslag nam uit de partij. Als dusdanig is hij tijdens de bezetting één van de belangrijkste figuren van de machtsgreep van de [[Nieuwe Orde]] in België. Als verantwoordelijke voor de ordehandhaving kreeg hij vaker een conflict met zijn collega's secretarissen-generaal, omdat hij in die bevoegdheid meer dan zij de Duitse plannen tegemoet wilde komen. Romsée beschouwde verzet als een ordeverstorend element, voor hem was de orde één en ondeelbaar. <ref>FRANK VAN LAEKEN, ETIENNE VERHOEYEN, Lexicon Politieke & Jeugd Kollaboratie, De Kollaboratie / België in de Tweede Wereldoorlog BRT-Instructieve Omroep</ref> In de praktijk is zijn beleid er sinds [[1940]] op gericht geweest een [[nationaal-socialistisch]]e ''Nieuwe Orde'' te vestigen en wordt hij vanaf zijn benoeming in 1941 beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van het VNV.<ref>WOUTERS NICO, Oorlogsburgemeesters 40/44: lokaal bestuur en collaboratie in België, Lannoo, 2004</ref>
 
In de zomer van 1940, na de [[Achttiendaagse veldtocht]], speelde Romsée namens het VNV een rol in pogingen om een nieuw [[Autoritarisme (politicologie)|autoritair]] ''staatsmodel'' en een nieuwe regering te vormen, al dan niet onder leiding van [[Koning (titel)|koning]] [[Leopold III van België|Leopold III]].
Begin september 1944 vlucht Romsée naar [[Oostenrijk]]. In mei 1945 komt hij terug naar België. Hij wordt veroordeeld tot de [[doodstraf]], maar deze werd omgezet in [[Levenslange gevangenisstraf|levenslange opsluiting]]. In 1948 wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Zes jaar later komt hij vervroegd vrij en op 22 juni 1966 krijgt hij ''eerherstel''. Zijn broer Paul werd tijdens de bevrijdingsdagen van september 1944 zonder vorm van proces, samen met vier andere [[collaborateur]]s, voor het [[vuurpeloton]] gebracht en doodgeschoten op het binnenplein van de [[gevangenis van Tongeren]]. <ref>[[Jos Bouveroux]], ''Terreur in oorlogstijd - Het Limburgse drama'', 1984</ref> <ref>[[Evrard Raskin]], Een ongewone man. Een ongewoon leven, Hadewijch, 1995</ref> <ref>DE WEVER, B., Greep naar de macht, Lannoo, 1994</ref>.
 
In de zomer van 1940, na de [[Achttiendaagse veldtocht]], speelt Gerard Romsée namens het VNV een rol in pogingen om een nieuw [[Autoritarisme (politicologie)|autoritair]] ''staatsmodel'' en een nieuwe regering te vormen, al dan niet onder leiding van [[Koning (titel)|koning]] [[Leopold III van België|Leopold III]]. In augustus [[1940]] wordtwerd hij [[gouverneur]] van [[Belgisch Limburg|Limburg]] en van april [[1941]] tot september 1944 was hij ''secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid''. Formeel neemtnam hij vanaf 1940 afstand van de leiding van het [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]], alhoewel hij nooitgeen ontslag nam uit de partij. In de praktijk was zijn beleid er sinds [[1940]] op gericht een [[nationaal-socialistisch]]e ''Nieuwe Orde'' te vestigen en werd hij vanaf zijn benoeming in 1941 beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van het VNV. Als dusdanig iswas hij tijdens de bezetting één van de belangrijkste figuren van de machtsgreep van de [[Nieuwe Orde]] in België. Als verantwoordelijke voor de ordehandhaving kreeg hij vaker een conflict met zijn collega's secretarissen-generaal, omdat hij in die bevoegdheid meer dan zij de Duitse plannen tegemoet wilde komen. Romsée beschouwde verzet als een ordeverstorend element, voor hem was de orde één en ondeelbaar. <ref>FRANK VAN LAEKEN, ETIENNE VERHOEYEN, Lexicon Politieke & Jeugd Kollaboratie, De Kollaboratie / België in de Tweede Wereldoorlog BRT-Instructieve Omroep</ref> In de praktijk is zijn beleid er sinds [[1940]] op gericht geweest een [[nationaal-socialistisch]]e ''Nieuwe Orde'' te vestigen en wordt hij vanaf zijn benoeming in 1941 beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van het VNV.<ref>WOUTERS NICO, Oorlogsburgemeesters 40/44: lokaal bestuur en collaboratie in België, Lannoo, 2004</ref>
Na de oorlog speelde Romsée geen rol meer in de politiek of de Vlaamse beweging. Hij bleef wel contact houden met andere voormalige [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]]-verkozenen. Over zijn relaties met [[Leopold III van België|het Hof]] tijdens de bezetting heeft hij steeds het stilzwijgen bewaard.<ref>FRANK VAN LAEKEN, ETIENNE VERHOEYEN, Lexicon Politieke & Jeugd Kollaboratie, De Kollaboratie / België in de Tweede Wereldoorlog BRT-Instructieve Omroep</ref>
Begin september 1944 vluchtte hij naar [[Bregenz]] in [[Oostenrijk]]. In mei 1945 kwam hij terug naar België. Hij werd veroordeeld tot de [[doodstraf]], maar deze werd omgezet in [[Levenslange gevangenisstraf|levenslange opsluiting]]. In 1948 werd de straf in beroep gereduceerd tot twintig jaar. Zes jaar later kwam hij vervroegd vrij en op 22 juni 1966 kreeg hij ''eerherstel''.
 
Zijn broer Paul werd tijdens de bevrijdingsdagen van september 1944 zonder vorm van proces, samen met vier andere [[collaborateur]]s, voor het [[vuurpeloton]] gebracht en doodgeschoten op het binnenplein van de [[gevangenis van Tongeren]].
Kleindochter Marie-Pierre Moulin-Romsee (1973), tandarts uit [[Lommel]], was kandidaat op de lijsten van de [[N-VA]] voor het [[Vlaams Parlement]] in 2009 en voor de [[Senaat (België)|senaat]] in 2010. Zij verklaarde hierbij dat ze sedert enkele jaren het politieke engagement van haar grootvader wil verder zetten: "Vlaanderen moet vandaag nog steeds haar vrijheden en rechten afkopen via financiële compensaties. De gezondheidszorg in ons land heeft nood aan een grondige hervorming. Daar wil ik me in het bijzonder op focussen”,
 
Na de oorlog speelde Romsée geen rol meer in de politiek of dehet Vlaamseopenbaar bewegingleven. Hij bleef wel contact houden met andere voormalige [[Vlaams Nationaal Verbond|VNV]]-verkozenen. Over zijn relaties met [[Leopold III van België|het Hof]] tijdens de bezetting heeft hij steeds het stilzwijgen bewaard.<ref>FRANK VAN LAEKEN, ETIENNE VERHOEYEN, Lexicon Politieke & Jeugd Kollaboratie, De Kollaboratie / België in de Tweede Wereldoorlog BRT-Instructieve Omroep</ref>
{{Appendix|2=
{{References}}
}}
 
Kleindochter Marie-Pierre Moulin-Romsee (1973), tandarts uit [[Lommel]], was kandidaat op de lijsten van de [[N-VA]] voor het [[Vlaams Parlement]] in 2009 en voor de [[Senaat (België)|senaat]] in 2010.
==Literatuur==
* Frank VAN LAEKEN & Etienne VERHOEYEN, ''Lexicon Politieke & Jeugd Kollaboratie, De Kollaboratie / België in de Tweede Wereldoorlog BRT-Instructieve Omroep''
* Jos BOUVEROUX, ''Terreur in oorlogstijd - Het Limburgse drama'', 1984.
* Bart DE WEVER, ''Greep naar de macht'', Lannoo, 1994.
* Evrard RASKIN, ''Gerard Romsée. Een ongewone man. Een ongewoon leven'', Hadewijch, 1995.
* Evrard RASKIN, ''Gerard Romsée'', in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging'', Tielt, 1998.
* Nico WOUTERS, ''Oorlogsburgemeesters 40/44: lokaal bestuur en collaboratie in België'', Lannoo, 2004.
{{DEFAULTSORT:Romsee, Gerard}}
[[Categorie:Belgisch volksvertegenwoordiger]]