Leger van het Romeinse Keizerrijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k redactie
Regel 1:
{{Zijbalk Romeins leger}}
Het '''[[Romeinse leger]] tijdens het [[principaat]]''' iswas een directe voortzetting van het leger in de romeinse[[Romeinse republiekRepubliek]]. Alle hervormingen die [[Gaius Marius|Marius]] en anderen hadden ingevoerd, bleven gehandhaafd. Omdat het romeinse principaat in wezen een militaire [[Junta]] was, kreeg het leger in toenemende mate een politieke rol, wat uiteindelijk culmineerde in het [[Vierkeizerjaar]] en later in de z.g. [[Soldatenkeizers]].
 
== De Burgeroorlogen en hun nasleep ==
 
[[Augustus (maand)|Augustus]] schreef, in zijn [[Res Gestae divi Augusti|Res Gestae]], hoe hij op zeventienjarige leeftijd een leger ronselde om de [[Romeinse Republiek]] te bevrijden van de eeuwige twisten tussen verschillende politieke facties. Uiteindelijk resulteerde dit in het begin van het principaat.
 
De ongeveer 60 legioenen die in de burgeroorlog actief waren, werden gereorganiseerd, soms samengevoegd (de z.g. ''Gemina'' ("tweeling") legioenen waren hiervan het resultaat), soms opgeheven, veteranen kregen eervol ontslag, benoemde ''[[legatus (rang)|legati]]'' in alle provincies waar een legioen was gestationeerd en behield het ''[[imperium (Rome)|imperium]]'' aan zichzelf voor. Tevens richtte hij de [[Praetoriaanse Garde]] op, wat later nog serieuze consequenties zou hebben.
Regel 14:
Het beleid van [[Augustus (maand)|Augustus]] was tijdens zijn leven, en waarschijnlijk vanwege zijn reputatie, zeker succesvol, maar na zijn dood in [[14]] n. Chr. werden de eerste tekenen van onvrede in de legioenen zichtbaar. Verschillende legioenen in ''[[Pannonia (Romeinse provincie)|Pannonia]]'' en ''[[Germania Inferior]]'' kwamen in opstand. [[Tiberius Claudius Nero (zoon)|Tiberius]] volgde het voorbeeld van Augustus door de legerleiding in handen van [[Germanicus]] en [[Drusus]] te geven. De laatste bedwong, door een gelukkig toeval, de opstand in ''Pannonia'', de eerste die in ''Germania Inferior''
 
De oorzaken van deze opstanden, de grieven van de legionairs, zijn ons door [[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]] overgeleverd<ref>[[Publius Cornelius Tacitus|Tacitus]], ''[[Ab excessu divi Augusti|Annales]]'' I [[s:Nederlandse vertaling van de Annales/Boek I#XVI|16]]-29 en [[s:Nederlandse vertaling van de Annales/Boek I#XXXI|31]]-44.</ref> en hebben voornamelijk betrekking op de leefomstandigheden van de ''[[Romeins legionair|milites]]''. Men eiste een hogere soldij en een kortere diensttijd, ontslag voor veteranen, een einde aan de treiterijen door de [[Centurio (Romeins leger)|centurio]]'s en een regeling voor het afkopen van corvee-dienstencorveediensten, wat de legionairs een groot deel van hun soldij kostte.
 
Het meest verontrustende aan de situatie was dat de legioenen Germanicus aanboden hem tot [[Princeps]] uit te roepen. Dit was niet de eerste keer dat door militaire macht de leiding van het romeinse rijk werd betwist. Tenslotte deden [[Julius Caesar|Gaius Julius Caesar]] en zijn tegenstanders niets anders. Nieuw was wel dat dit de eerste keer was dat de legioenen zelf het initiatief namen. Iets dat later in de aanloop tot het [[Vierkeizerjaar]] eerder regel dan uitzondering werd.
Regel 26:
De invloed van het leger, zowel de legioenen als de [[Praetoriaanse Garde]] culmineerde uiteindelijk in het [[vierkeizerjaar]]. Na de mislukte opstand van [[Vindex]] bieden de legioenen hun (populaire) commandant [[Verginius Rufus]] tot drie keer toe het principaat aan, maar die weigert hardnekkig. Het is uiteindelijk [[Galba (keizer)|Servius Sulpicius Galba]] die, eveneens steunend op de legioenen de macht grijpt. De [[Julisch-Claudische dynastie]] is ten einde en de romeinen beseffen dat men niet in Rome hoeft te zijn om keizer te worden. Zelfs de mythe dat het Julische huis direct van [[Venus (godin)|Venus]] afstamt en de princeps daarmee een goddelijk mandaat geeft, is niet langer een garantie.
 
De machtsgreep van [[Galba (keizer)|Servius Sulpicius Galba]] resulteert niet alleen in een bloedbad bij de [[Milvische Brug|Milviusbrug]] onder de ongewapende ''[[Romeins legionair|milites]]'' van het Eerste legioen ''classica'' dat door [[Nero (keizer)|Nero]] in allerijl was opgericht, maar heeft eveneens als consequentie dat Rome zelf nu onderdak biedt aan een grote hoeveelheid legionairs. Wat belangrijker is, de legioenen aan de noordelijke limes, met name in [[Germania Inferior]] beseffen dat hun macht groter is dan gedacht. Er is dan ook maar een gewetenloze commandant, [[Vitellius (keizer)|Aulus Vitellius]] voor nodig om een opstand te ontketenen. Ondertussen kiezen de Praetoriaanse Garde en de in Rome gelegerde troepen een andere kant en helpen [[Otho]] aan de macht. Galba en zijn beoogdbeoogde opvolger [[Piso]] worden vermoord en het Romeinse Rijk valt opnieuw ten prooi aan een verschrikkelijke burgeroorlog.
 
Uiteindelijk is het [[Vespasianus]] die, gesteund door de legioenen uit het oostelijk gedeelte van het rijk, als overwinnaar, als men deze term mag gebruiken, uit de bus komt. Hij is een militair, een aangezien generaal die zijn sporen heeft verdiend met het neerslaan van de [[Joodse Oorlog|Joodse Opstand]]. De bedreiging van buitenaf, in de vorm van de [[Opstand van de Bataven]], wordt handig gebruikt om de legioenen af te leiden van hun politieke invloed en het rijk opnieuw te verenigen en de [[Flavische dynastie]] neemt zijnhaar aanvang.
 
==Noten==