Beleg van Maastricht (1407-1408): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
artikel nog niet af; per abuis opgeslagen; wordt in de komende dagen verbeterd. |
aanvullingen |
||
Regel 1:
{{Infobox militair conflict
| conflict=Beleg van Maastricht (1407-'08)
| afbeelding=Beleg van Maastricht, 1408 (Hans Werl, ca 1600, Burcht Burghausen).jpg
| onderschrift =Beleg van Maastricht, 1408. Fantasievoorstelling in de burcht van het Beierse [[Burghausen]] (Hans Werl, ca 1600)
| partof=
| date=[[24 november]] [[1407]] - [[23 september]] [[1408]] (met onderbreking)
Regel 12:
| commander1=Hendrik van Horne<br />Dirk van Horne
| commander2=[[Jan van Beieren]]<br />[[Jan zonder Vrees (hertog van Bourgondië)|Jan zonder Vrees]]
| strength1=>100.000(?)
| strength2=1200-1600 ruiters
| casualties1=
Regel 18:
}}
Het '''beleg van Maastricht''' van 1407-'08 was een [[belegering]] van de [[Tweeherigheid van Maastricht|tweeherige]] [[stad]] [[Maastricht]] door een aantal volksmilities uit het [[prinsbisdom Luik]] en het vroegere [[graafschap Loon]]. De belegering begon op [[24 november]] [[1407]] en had ten doel de stad Maastricht te overmeesteren, waar zich op dat moment de [[Lijst van prins-bisschoppen van Luik|Luikse prins-bisschop]] [[Jan van Beieren]] schuil hield
== Voorgeschiedenis ==
Al sinds de vroege middeleeuwen waren de burgers van Maastricht verdeeld in twee [[nationaliteit]]en of ''familiae'': de ''familia sancte Marie sanctique Lamberti'' en de ''familia sancti Servatii'', meestal simpelweg aangeduid als "die van Lambertus" en "die van Servaas", later ook de [[Prinsbisdom Luik|Luikse]] en de [[Hertogdom Brabant|Brabantse]] nationaliteit. Deze tweedeling ging terug op de twee oer[[Parochie (kerkelijke gemeente)|parochie]]s waaruit Maastricht ontstaan was: de parochie van Onze Lieve Vrouwe rondom de [[Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming (Maastricht)|Onze-Lieve-Vrouwekerk]] en de parochie van Sint-Servaas rondom de [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)|Sint-Servaaskerk]].
Nadat de zetel van het bisdom in de 8e of 9e eeuw van Maastricht naar [[Luik (stad)|Luik]] was overgeplaatst, behielden de [[Lijst van prins-bisschoppen van Luik|Luikse bisschoppen]] een zekere macht over de parochianen van de voormalige bisschopskerk. De Sint-Servaaskerk en
In 1389 volgde de 15-jarige [[Jan van Beieren]], jongste zoon van hertog [[Albrecht van Beieren (1336-1404)|Albrecht van Beieren]], tevens [[Lijst van graven van Holland|graaf van Holland, Zeeland]] en [[Lijst van graven van Henegouwen|Henegouwen]], [[Arnold van Horne (bisschop)|Arnold van Horne]] op als [[Lijst van prins-bisschoppen van Luik|prins-bisschop van Luik]]. Met zijn autoritaire politiek stiet hij de Luikse adel en burgers al snel voor het hoofd. Een ogenschijnlijk onbeduidende gebeurtenis - de veroordeling van enkele inwoners van [[Seraing]] voor het kappen van hout in een bos van de prins-bisschop - leidde in 1403 tot een volksopstand onder leiding van radicale Luikenaren, de zogenaamde '' Hait-droits''. DezenJan van Beieren ontvluchtte Luik, vond in Maastricht onderdak bij de ridders van de [[Duitse Orde]] en kon pas terugkeren na het doen van enkele concessies. Zijn willekeurige en verkwistende regering leidde in 1406 tot een nieuwe opstand, waarbij de Luikenaren een tegenbisschop kozen, Dirk van Horne. Diens vader, Hendrik van Horne,<ref>Zie {{de}} [[w:de:Heinrich von Horn|Heinrich von Horn]].</ref> heer van [[Perwijs]], was een neef van de vorige bisschop en ontpopte zich als leider van de opstand. Jan van Beieren moest opnieuw vluchten en wederom vond hij onderdak bij de Duitse ridders in de [[commanderij]] [[Nieuwen Biesen]], alwaar hij de staten van Luik bijeen riep.<ref>Ubachs/Evers, p.60, 'Beieren, Jan van'.</ref>
De [[Lijst van graven van Brussel en hertogen van Brabant|hertog van Brabant]], [[Anton van Bourgondië (1384-1415)|Anton van Bourgondië]], koos openlijk partij tegen de prins-bisschop, nota bene een familielid. Dit bracht het [[Tweeherigheid van Maastricht|tweeherige Maastricht]], dat volgens de ''Alde Caerte'' uit 1284 in geval van conflicten tussen de bisschop van Luik en de hertog van Brabant neutraal moest blijven, in een lastig parket. Dat kwam tot uiting toen de hertog in 1406 eiste dat de stad zijn legers doorgang zou verschaffen - Maastricht bezat de enige [[Maas]]overgang in dit gebied - toen deze optrokken tegen [[Land van Valkenburg|Valkenburg]]. De magistraat stond de doortocht toe, maar zorgde ervoor dat op 8 en 9 oktober alle straten waar de Brabanders doorheen trokken, afgezet waren met gewapende milities van de Maastrichtse [[gilde (beroepsgroep)|ambachten]] en dat de zijstraten gebarricadeerd waren.<ref name="Jaspar41">Jaspar, p.41.</ref> De hertog zelf werd een dag later met alle eerbewijzen binnengehaald.<ref>Flament, p.40.</ref>
== Het beleg ==
Op 24 november 1407 sloegen burgermilities uit [[Luik (stad)|Luik]], [[Hoei]], [[Dinant]] en [[Hasselt (België)|Hasselt]] het beleg om Maastricht.
Terwijl de bisschop nog met zijn strafexpeditie bezig was, sloegen de Luikenaren op 31 mei 1408 opnieuw het beleg om Maastricht. Een dag later voegde zich een volksleger uit [[graafschap Loon|Loon]] bij de belegeraars. De stad was te omvangrijk om geheel te omsluiten. Het leger van [[Hasselt (België)|Hasselt]] en Loon bezette de [[Dousberg]] en controleerde daarmee het westelijk stadsdeel. Het zuidelijk gebied tussen [[Maas]] en [[Jeker]] werd bezet door de legers van [[Hoei]], [[Dinant]] en andere plaatsen tussen Maas en [[Samber]]. De stedelingen uit Luik omsloten het oostelijk stadsdeel [[Wyck]].<ref name="Ubachs/Evers">Ubachs/Evers (2005), pp.60-61, 'beleg, 1407-1408'.</ref>
Wederom werd de stad gebombeerd, deze keer niet alleen met bommen en brandbommen, maar nu ook met vuilnis en zelfs lijken, het laatste met de bedoeling ziekten te verspreiden in de belegerde stad. De belegeraars maakten daarbij gebruik van een [[Kat (constructie)|kat]]. De Maastrichtse burgermilities, georganiseerd in [[gilde (beroepsgroep)|ambachten]] en versterkt met bisschoppelijke eenheden, weerden zich kranig. Te midden van dit tumult werd in augustus 1408 een nieuw ambacht opgericht, dat van de boogschutters. Verder legden de Luikenaren een [[Jeker]]arm om, waardoor de Maastrichtse [[Watermolen (door water aangedreven molen)|watermolens]] stilvielen. De Maastrichtenaren bouwden daarop een watermolen op de [[Griendpark|Griend]] en hadden bovendien [[schipmolen]]s op de Maas tot hun beschikking.<ref>Morreau, p.42.</ref>
Ondertussen wist Jan van Beieren een leger van 1200-1600 "[[Beieren|Beierse]]" ruiters te rekruteren (in werkelijkheid waren de zogenaamde ''Bavari'' deels uit het gebied tussen Maas en Rijn afkomstig<ref name="Ubachs/Evers" />). Niet duidelijk is of dit leger al vóór het tweede beleg in Maastricht was gearriveerd; volgens sommige bronnen braken de Bavari door de linies van de belegeraars en geraakten op die manier binnen de stad, waar ze met groot enthousiasme werden ontvangen. Jan van Beieren arriveerde in elk geval pas op 7 juni in de stad.
Intussen slaagde de bisschoppelijke diplomatie erin hulptroepen op de been te brengen van onder meer de [Bourgondische hertogen]], de [[Lijst van graven van Artesië|graven van Artesië]] en de [[Lijst van graven en markgraven van Namen|graven van Namen]]. Onder leiding van hertog [[Jan zonder Vrees (hertog van Bourgondië)|Jan zonder Vrees]] van Bourgondië, de broer van de Brabantse hertog Antoon van Bourgondië, trok een leger van 35.000 manschappen op naar het prinsbisdom, waar de ene na de andere stad zich overgaf. Een deel van de belegering van Maastricht was al op 22 augustus opgeheven en op 21 september trok ook het restant van de Luikse belegeraars Jan zonder Vrees tegemoet. In de buurt van [[Tongeren (stad)|Tongeren]] kwam het tot een bloedige confrontatie in de [[Slag bij Othée]], waarbij meer dan 30.000 Luikse opstandelingen, onder wie Hendrik en Dirk van Horne, het leven lieten. Nog diezelfde dag slaagden de bisschop en de Maastrichtenaren erin het restant van het Luikse bezettingsleger te verdrijven.
== Gevolgen van het beleg ==
Na het opbreken van het beleg, trad Jan van Beieren ongenadig hard op tegen de opstandelingen. Zo liet hij
Een jaar na het beëindigen van het beleg werd uit dankbaarheid de [[Noodkist]] van Sint-Servaas in [[processie]] door de straten van de stad gedragen. Tot in de 16e eeuw werd in de [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)|Sint-Servaaskerk]] jaarlijks op 23 september het ontzet van Maastricht gevierd.
Op 13 november 1409 bevestigde Jan van Beieren een Maastrichts [[Oorkonde|charter]], waarin de rechten, vrijheden en privileges van de stad opgenomen waren.<ref name="Flament" /> De stad was daarmee de enige Luikse stad, die haar vrijheden onder Jan van Beieren behield.<ref>Wouters, p.46.</ref> De pro-Bourgondische Maastrichtse burgemeesters Arnold van Here en Antoon Yserman, die Van Beieren tijdens het beleg hadden gesteund, werden door de bisschop als [[schepen]]en van Luik aangesteld. Pas in 1441 werd de goede verstandhouding tussen Luik en Maastricht weer enigszins hersteld, maar de Maastrichtse deelname aan de Luikse Staten en Luikse aangelegenheden in het algemeen was gedurende de 15e eeuw geringer dan daarvoor, terwijl het aantal juridische conflicten toenam.<ref>Wouters, p.47.</ref>
<gallery>
Bestand:John III Duke of Bavaria-Straubing.png|Jan van Beieren
Bestand:John the Fearless D of Burgundy.jpg|Jan zonder Vrees
Bestand:Wonck - Eglise Saint-Lambert.jpg|Kerk van Wonck
Bestand:Othée Stèle Commémorative.jpg|Monument Slag bij Othée
</gallery>
|