Heilige (christendom): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 82.73.56.191 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Linkin
Regel 6:
==Christendom==
=== Geschiedenis ===
mag ik in mij peopoepppppppooooeeeeeiiiiiieeeInIn de eerste eeuwen van onze jaartelling vereerde men uitsluitend [[martelaar|martelaren]]. In de [[vroege middeleeuwen]] werden ook [[kerkvader]]s, woestijnvaders ([[Heremiet (monnik)|heremieten]]) en vooraanstaande [[bisschop]]pen " heiligen" genoemd. DeZij liturgiewaren vanna hun dood, zo meenden de kerkgelovigen, wasin nogde niethemel centraalen geregeldkonden dus God beïnvloeden. Deze gedachte staat haaks op de officiële theologische opvatting dat God volmaakt is, in wezen altijd gelijkvormig en plaatselijkein zijn liefde steeds devotiestot speeldenhet eenhoogste groteneigend rolis.
De volksdevotie had echter behoefte aan tastbare heiligheid en er ontstonden lokale heiligen. De liturgie van de kerk was nog niet centraal geregeld en plaatselijke devoties speelden een grote rol.
 
Een bekende verzameling van beschrijvingen van heiligenlevens uit de middeleeuwen is de [[Legenda Aurea]]. In de middeleeuwen werden ook veel personen of [[legende (volksverhaal)|legendarische]] personen heiligen omdat zij in de volksdevotie werden vereerd. Veel plaatsnamen herinneren nog aan dergelijke heiligen. Ook mensen die nog in leven waren, werden soms "heiligen" genoemd en werden na hun dood vereerd.
Regel 28 ⟶ 29:
In het ''[[Martyrologium Romanum]]'' zijn alle heiligen en zaligen van de Kerk opgenomen met een korte levensbeschrijving en met gebeden die op hun kerkelijke feestdag kunnen worden gebruikt in de Misvieringen. In 2008 verzorgde de [[Vereniging voor Latijnse Liturgie]] voor een Nederlandse vertaling van dit boek.
 
Men roept een heilige, vaak herkenbaar aan zijn attribuut, te hulp bij ziekte of gevaar en men vereert zijn [[reliek]]en. Elke dag is een feest of gedachtenis van een heilige, iedere stad kent zijn [[Beschermheilige|patroonheilige]] en bij het [[Doop (sacrament)|doopsel]] krijg men de naam van een of meer heiligen. Op [[hoogtijdagen]], dat wil zeggen een dag van een belangrijke heilige, was men vroeger vaak vrij ''([[holyday]])''. Bijvoorbeeld met Sint-Barbara, patrones van de mijnwerkers of met [[Maria-Tenhemelopneming]]. Er zijn veel met heiligen verbonden feesten, zoals de kermis of grote marktdagen. Er werd - en soms wordt - dan druk gehandeld in beelden van de betreffende heilige, zoals dit gebeurt in [[Santiago de Compostella]], [[Fátima (Portugal)|Fátima]] en [[Lourdes]]. Het woord [[santenkraam]] is hier ook van afkomstig: een marktkraam vol heiligen.
Men roept een heilige, vaak herkenbaar aan zijn attribuut, te hulp bij ziekte of gevaar en men vereert zijn [[reliek]]en. Elke d
 
Heiligverklaringen hadden in de loop van de geschiedenis soms een politieke achtergrond. Elke kloosterorde wilde, en wil, een heilige in de eigen rijen tellen en oefent daarom druk uit op het Vaticaan. Ook vorstenhuizen willen heilige voorouders kunnen vereren. De nog steeds vereerde [[Lodewijk de Heilige]] van Frankrijk is daarvan een voorbeeld. [[Karel de Grote]] werd door (tegen)paus Paschalis III, in het jaar 1165, heilig verklaard maar hij wordt alleen in Aken vereerd.