Lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k stijl; links |
|||
Regel 4:
[[Bestand:Aartsbisschoppelijk paleis 2.JPG|thumb|Maliebaan 40, de huidige ambtswoning van de Utrechtse aartsbisschop, in 2008]]
Dit is een '''lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht'''.
==Achtergrond==▼
Over de eerste '''[[Bisschop|bisschoppen]] van [[Aartsbisdom Utrecht (rooms-katholiek)|Utrecht]]''' bestaat weinig zekerheid. [[Willibrord]] zetelde te Utrecht als aartsbisschop der Friezen, maar een georganiseerd bisdom Utrecht schijnt pas sinds [[Alberik I van Utrecht|Alberik I]] (circa 776) te hebben bestaan. In [[795]] werd het bisdom Utrecht suffragaanbisdom van het [[aartsbisdom Keulen]], en daarmee was de kerkelijke indeling van de Noordelijke Nederlanden voor eeuwen vastgelegd. ▼
▲==Achtergrond==
Vanaf de achtste eeuw kregen de bisschoppen van Utrecht steeds meer wereldlijke macht doordat zij gebieden in leen kregen van de Duitse keizer. In [[1024]] verwierf [[Adelbold II]] de grafelijke rechten over [[Drenthe]], waardoor de bisschoppen [[Vorst (heerser)|vorsten]] werden binnen het [[Heilige Roomse Rijk]]. Hun wereldlijke gebied, het [[Sticht Utrecht]], viel uiteindelijk grofweg samen met de huidige provincies [[Utrecht (provincie)|Utrecht]], [[Overijssel]] en [[Drenthe]].▼
▲Over de eerste
▲Vanaf de
Van [[1423]] tot [[1448]] deed zich het [[Utrechts Schisma (15e eeuw)|Utrechts Schisma]] voor, waardoor er feitelijk twee bisschoppen tegelijk waren. In [[1528]] werd het bisdom [[Secularisatie|geseculariseerd]], toen bisschop [[Hendrik van Beieren (bisschop)|Hendrik van Beieren]] de wereldlijke macht moest afstaan aan [[keizer Karel V]]. Dit betekende het einde van het Sticht.▼
▲Van [[1423]] tot [[1448]] deed zich het [[Utrechts Schisma (15e eeuw)|Utrechts Schisma]] voor, waardoor er feitelijk twee bisschoppen tegelijk waren. In [[1528]] werd het bisdom [[
Bij de kerkelijke hervorming van [[1559]] werd Utrecht tot [[aartsbisdom]] verheven, met als suffragaanbisdommen [[Bisdom Deventer|Deventer]], [[Bisdom Haarlem-Amsterdam|Haarlem]], [[Bisdom Leeuwarden|Leeuwarden]], [[Bisdom Groningen-Leeuwarden|Groningen]] en [[Bisdom Middelburg|Middelburg]]. Na de dood van aartsbisschop [[Frederik Schenck van Toutenburg]] in [[1580]] en het verbod op uitoefening van het [[Rooms-katholieke Kerk|katholieke geloof]], stelden de Spanjaarden nog wel twee nieuwe aartsbisschoppen aan, maar deze leefden in ballingschap. ▼
▲Bij de kerkelijke hervorming van [[1559]] werd Utrecht tot [[aartsbisdom]] verheven, met als
Vanaf [[1602]] werd het gebied van het aartsbisdom Utrecht bestuurd door een [[apostolisch vicaris]] als hoofd van de [[Hollandse Zending]]; deze werd meestal ook tot aartsbisschop ''[[in partibus infidelium]]'' benoemd. Sinds het [[Oudkatholieke Kerk|oudkatholieke]] [[Utrechts Schisma (18e eeuw)|schisma]] van [[1723]] heeft Utrecht een oudkatholieke aartsbisschop (zie de ''[[Lijst van oudkatholieke aartsbisschoppen van Utrecht]]''). Er werd vanaf dat jaar geen apostolisch vicaris meer benoemd; als ''vicesuperior van de Hollandse zending'' werd de [[nuntius]] in Brussel aangesteld, vanaf [[1829]] de internuntius in [[Den Haag]]. ▼
▲Vanaf [[1602]] werd het gebied van het aartsbisdom Utrecht bestuurd door een [[apostolisch vicaris]] als hoofd van de [[Hollandse Zending]]; deze werd meestal ook tot aartsbisschop ''[[in partibus infidelium]]'' benoemd. Sinds het [[Oudkatholieke Kerk|oudkatholieke]] [[Utrechts Schisma (18e eeuw)|schisma]] van [[1723]] heeft Utrecht een oudkatholieke aartsbisschop
In [[1853]] vond het [[herstel van de bisschoppelijke hiërarchie]] in Nederland plaats. Sindsdien is Utrecht zetel van de rooms-katholieke aartsbisschop van het [[Aartsbisdom Utrecht (rooms-katholiek)|aartsbisdom Utrecht]], tegelijk [[metropoliet]] van de [[Nederlandse kerkprovincie]]. Utrecht is thans dus de zetel van twee aartsbisschoppen.
Over de eerste Utrechtse kerkjes die als [[kathedraal]] dienst deden bestaat weinig zekerheid. Vanaf de
De huidige rooms-katholieke aartsbisschop zetelt sinds 1853 in de [[Sint-Catharinakathedraal]]. Zijn ambtswoning is sinds 1898 het pand [[Maliebaan (Utrecht)|Maliebaan]] 40.
Regel 521:
*R.E. de Bruin e.a. (red.), ''Een paradijs vol weelde. Geschiedenis van de stad Utrecht'' (Utrecht, 2000)
*C. Brodkorb en E. Gatz, ''Die Bischöfe des Heiligen Römischen Reiches 1198 bis 1448. Ein biographisches Lexikon'' (Berlijn, 2001)
{{References}}
}}
|