Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 34:
== Evolutie en uitgestorven verwanten ==
{{Wiu2|Mee bezig, kan nog fouten bevatten}}
Er zijn meer dan 161 uitgestorven soorten en 3drie grote [[adaptieve radiatie]]s vastgesteld uit de orde van de [[Proboscidea]]. De eerste [[slurfdieren]], de Afrikaanse [[Eritherium|''Eritherium'']] en [[Phosphatherium|''Phosphatherium'']] uit het late [[paleoceen]], luidden de eerste adaptieve radiatie in. In het [[eoceen]] kwamen er [[Anthracobunidae]] voor in het Indische subcontinent en ''[[Numidotherium]]'', ''[[Moeritherium]]'' en ''[[Barytherium]]'' in Afrika. Deze dieren waren relatief klein en [[aquatisch]]. Later ontstonden er genera zoals [[Phiomia|''Phiomia'']] and [[Palaeomastodon|''Palaeomastodon'']]; de laatstgenoemde bewoonde waarschijnlijk bossen en bossen met een lagere dichtheid. De diversiteit van de [[Proboscidean]] nam af tijden het [[oligoceen]]. Een opmerkelijke soort uit dit tijdperk was [[Eritreum melakeghebrekristosi|''Eritreum melakeghebrekristosi'']] uit de [[hoorn van Afrika]], die een voorouder geweest zou kunnen zijn van velen latere soorten. De tweede diversificatie vond plaats tijdens het begin van het [[mioceen]] met de verschijning van de [[deinotheriidae]] en de [[Mammut (mastodont)|mastodont]]. De eerstgenoemde was verwant aan de ''Barytherium'' en leefde in Afrika en Eurazië, terwijl de laatstgenoemde mogelijk afstamde van de ''Eritreum'' en zich verspreidde naar Noord-Amerika.
 
De tweede adaptieve radiatie werd vertegenwoordigd door de verschijning van de [[Gomphotheriidae]] in het [[mioceen]], die mogelijk zijn geëvolueerd uit de [[Eritreum|''Eritreum'']] en oorspronkelijke uit Afrika komen waarna ze zich over elk continent verspreidden behalve Australië en Antarctica. Leden uit deze groep waren [[Gomphotherium|''Gomphotherium'']] en [[Platybelodon|''Platybelodon'']]. De derde adaptieve radiatie begon in het late [[mioceen]] en leidde tot het ontstaan van de [[Elephantidae]], die afstamden van de [[Gomphotheriidae]] en hen langzaam vervingen. De Afrikaanse [[Primelephas gomphotheroides|''Primelephas gomphotheroides'']] leidde tot de [[Loxodonta|''Loxodonta'']], [[Mammuthus|''Mammuthus'']] en [[Elephas|''Elephas'']]. ''Loxodonta'' takte als eerste af, op de grens van de overgang tussen het [[mioceen]] en [[plioceen]], terwijl ''Mammuthus'' en ''Elephas'' zich later afsplitsten tijdens het vroege [[plioceen]]. ''Loxodonta'' bleef in Afrika, terwijl ''Mammuthus'' en ''Elephas'' zich verspreidden naar Eurazië en en ''Mammuthus'' Noord-Amerika bereikte. Op hetzelfde moment verspreidden de [[Stegodontidae]], een andere groep van slurfdieren die afstamden van de [[Gomphotheriidae]], zich door Azië, mede als het Indische subcontinent, China, Zuidoost-Azië en Japan. [[Mammutidae]] bleven evolueren tot nieuwe soorten, zoals de Amerikaanse [[Mammut (mastodont)|mastodont]].
 
Aan het begin van het [[pleistoceen]] ervoeren [[Elephantidae]] een hoge hoeveelheid soortvorming. [[Loxodonta atlantica|''Loxodonta atlantica'']] werd de meest voorkomende soort in Noord- en Zuid-Afrika maar werd later in het [[pleistoceen]] vervangen door [[Elephas iolensis|''Elephas iolensis'']]. Alleen wanneer ''Elephas'' uit Afrika verdween werd ''Loxodonta'' weer dominant, maar deze keer in de vorm van de moderne soort. ''Elephas'' diversifieerde in nieuwe soorten in Azië, zoals [[elephas hysudricus|''Elephas hysudricus'']] en [[elephas platycephus|''Elephas platycephus'']]; waarbij de laatstgenoemde mogelijk de voorouder is van de moderne Aziatische olifant. ''Mammuthus'' evolueerde tot vele soorten zoals de welbekende [[wolharige mammoet]]. In het late [[pleistoceen]] verdwenen de meeste slurfdieren tijdens de [[kwartaire ijstijd]] die wereldwijd meer dan 50% van de genera die meer dan 5 kilogram wogen doodde.