Bak (trein): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
-/-typo
indeling
Regel 1:
Een '''bak''' is spoorjargon voor een passagiersrijtuig, elk van de starre delen van een [[passagierstrein]] of een gelede [[tram]]. Vergelijkbaar is een geleding van een [[gelede bus]].
 
Het geheel is flexibel door de flexibele verbindingen tussen de bakken. Deze zijn nodig voor het maken van horizontale bochten en ook in verticale richting voor het nemen van hobbels. De benodigde flexibiliteit hangt af van het tracé.
 
==Doorloopmogelijkheid==
Reizigers kunnen zich al of niet tijdens het rijden van de ene naar de andere bak begevenlopen, zo ja dan is er grote variatie mogelijk in de mate van beschutting en veiligheid. Getrokken treinen hebben meestal een volledige doorloopmogelijkheid.
 
InBij Nederlandse treinentreinstellen kanis menmeestal zichwel nieteen tijdensloopverbinding hettussen rijdende bakken van hetzelfde treinstel, maar niet van het ene naar dehet andere [[treinstel]] begeven (de [[doorloopkop]] functioneert niet meer). Bij bijvoorbeeld de [[Museumstoomtram Hoorn - Medemblik]] kan men zich van het ene naar het andere rijtuig begevenlopen, maar de verbinding is niet beschut (deze is buiten) en te onveilig voor kinderen die niet begeleid worden.
 
In veel gevallen is de verbinding beschut en veilig. Hiervoor is een speciale constructie nodig. Voor wat betreft de vloer schuiven er bijvoorbeeld platen over elkaar, of er is een cirkelvormig tussendeel. Voor wat betreft de wanden kan flexibiliteit en beschutting gecombineerd worden door middel van een [[vouwbalg]].
Regel 24 ⟶ 25:
De hoofdletters geven meestal aan wat voor afdelingen zich in het rijtuig bevinden.
 
* A: Afdeling eerste klasseklas
* B: Afdeling tweede klasseklas
* C: Afdeling derde klasseklas (verouderd)
* D: Bagage-/dienstruimte
* F: Fietsenafdeling
Regel 47 ⟶ 48:
 
==== Voorbeelden ====
*De treinstellen [[Mat '64|Plan V]] hebben de indeling ABk + Bk. Dat wil zeggen één koprijtuig met eerste en tweede klas, gekoppeld met een koprijtuig met alleen tweede klas. Beide rijtuigen zijn overigens aangedreven, maar dat is niet in de bakcode aangegeven.
*Een Koploper met vier rijtuigen heeft de indeling mBDk + mB + A + sBFk. Met andere woorden een aangedreven koprijtuig met tweede klas en een bagageafdeling, gekoppeld met een aangedreven tussenrijtuig tweede klasse, een tussenrijtuig eerste klasse en een koprijtuig met tweede klasse en fietsenafdeling.
*Van de rijtuigen type [[Intercityrijtuig|ICR]] bestonden er voor de verbouwing rijtuigen tweede klasse (B), rijtuigen eerste klasse (A), rijtuigen met eerste en tweede klasse (AB), rijtuigen tweede klasse met bagage- en keukenafdeling (BKD) en stuurstandrijtuigen met tweede klasse (Bs).