Quirinus van Blankenburg: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→1699-1715: zie geen reden voor deze afwijkende spelling, lf |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 7:
Van Blankenburg ontving zijn eerste muzieklessen van zijn vader, Gerbrand Quirijnsz van Blankenburg en stadsorganist van [[Gouda]]. Deze wees hem op de nieuwste ontwikkelingen op muziekgebied in [[Italië]] en de achterhaalde muziekstijl in eigen land. Quirinus meldt daarover in ''Elementa musica'' hoe zijn vader kooplui de opdracht gaf om uit Venetië de allernieuwste drukken mee te brengen, ''”hebbende verstaan dat de musiec in Italien tot een veel hooger trap van volmaaktheid was geklommen. Deze waren d’eenigste die hem konden vermaken. En, wanneer ik daar na in myn jeugd zou musiec leeren, zo mogt ik anders geen boeken als deze gebruiken; waar mede dan myn gedachten wierden opgevolt; ’t welk van dien uitslag was dat ik geen andre lomperyen mogt hooren”.'' Hij werd keurmeester van orgels en klokkenspelen:<ref>Rein Verhagen, ''Quirinus en de andere Van Blankenburgs'', Gorssel, 2013</ref>, zo bezocht hij, in [[1676]], de [[klokkengieterij]] van [[Pieter Hemony]] in [[Amsterdam]].<ref> [http://books.google.be/books?id=nbJFc77yvxEC&pg=PA258&lpg=PA258&dq=blankenburg+%22van+eyck%22&source=web&ots=0fY3c1-JRS&sig=Hc0Lacf8kCUlOBZy36IxTS6bm4Q&hl=nl&sa=X&oi=book_result&resnum=2&ct=result] André Lehr, ''Rheinberg-26 augustus 1639, [[Constantijn Huygens]] beschrijft hoe [[Jacob van Eyck]] een wijnglas tot klinken brengt door te fluiten, Een omwenteling in de kunst van het stemmen van klokken'' in ''Een muziekgeschiedenis der Nederlanden'', samengesteld door [[Louis Peter Grijp]], [[Ignace Bossuyt]] , Amsterdam University Press, [[2001]], ISBN 9053564888, 9789053564882, blz. 258 </ref> In [[1670]] werd hij organist van de [[Remonstranten|Remonstrantse]] kerk te [[Rotterdam]] en vanaf 1675 tot 1680 stadsorganist en beiaardier van Gorinchem. ''“Den [[4 december]] [[1679]] werd in het Album der [[Universiteit Leiden|Leidsche Hoogeschool]] ingeschreven Gideon van Blanckenburgh uit Gouda, oud 24 jaren, en voornemens om in de regten te studeren”''. In 1687 werd hij benoemd tot organist van de [[Waalse kerk (Den Haag)|Waalse kerk]] in [['s-Gravenhage]].
=====1699-
In [[1699]] werd hij de eerste organist van het door [[Johannes Duyschot]] gebouwde orgel in de [[Nieuwe Kerk (Den Haag)|Nieuwe Kerk]] in [['s-Gravenhage]]. Van Blankenburg gaf tussen [[1700]] en [[1707]] vrijwel zeker muziekonderricht aan [[Unico Wilhelm van Wassenaer|Unico Wilhelm graaf van Wassenaer]].<ref> Zie voor bronnen op het net <!-- Dode link [http://www.heemschut.nl/md/2001/denhaag.htm]--> Peter Visser, ''Het muzikale verleden op fraaie locatie, recensie in Haagsche Courant'' en [http://www.kunstbus.nl/muziek/unico+wilhelm+van+wassenaer.html] het artikel over Unico Wilhelm graaf van Wassenaer op kunstbus.nl</ref> Tussen oktober [[1713]] en juni [[1715]] werd de in [[Den Haag]] verblijvende prins Friedrich Ludwig von Württemberg-Stuttgart zijn klavecimbel-leerling. Voor hem componeerde hij de
=====
Tot de weinige overgeleverde muzikale werken van Van Blankenburg behoren het ''Clavicimbel- en orgelboek der gereformeerde psalmen en kerkzangen'' uit [[1732]] met zettingen van alle [[Geneefse Psalmen|psalmen]] afgewisseld met als voor- of naspelen bedoelde korte composities.
In zijn in [[1739]] uitgegeven ''Elementa Musica'' gaat Van Blankenburg uitvoerig in op de muziektheoretische principes waarbij zich kritisch opstelt tegen de in zijn ogen misverstanden en onduidelijkheden in de beschuldigt hij [[Georg Friedrich Händel]] van plagiaat. Eén van Händels in [[1735]] gepubliceerde [[fuga]]'s heeft een thema dat hem in [[1725]] werd aangeboden en waarover hij eveneens een fuga componeerde. De Fuga van Händel blijkt echter al rond [[1720]] gecomponeerd te zijn.<ref>Rudolf Rasch ed., ''George Frideric Handel/Quirinus van Blankenburg – Two Fugues on the Same Theme from Six fugues (1735) and Elementa musica (1739)'', The Diapason Press, [[1985]]</ref>.Van Blankenburg voelde zich als componist slachtoffer van de modische overwaardering voor alles wat uit [[Italië]] kwam. In zijn ''Elementa Musica'' schrijft hij: ''”Als ik...een stuk musiec van mijn maaksel plag te vertoonen, dan was 't nooit prijsbaar ...; maar als ik in de plaats van mijn naam Bl., Di Castelbianco ('t welk 't zelfde is)...daar boven zette, dan was 't uitstekend.”
=====Werken=====
|