Natie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Correct me if I'm wrong.
k +initials
Regel 2:
Een '''natie''' is volgens {{aut|[[Benedict Anderson|Anderson]]}} een [[Ingebeelde gemeenschap|verbeelde politieke gemeenschap]].<ref>{{Aut|[[Benedict Anderson|B. Anderson]]}}, ''Imagined Communities: Reflections on the Origins and Spread of Nationalism'', Londen: Verso 1983.</ref> Het begrip is niet slechts academisch, maar heeft ook een sterke politieke lading en kent dan ook vele definities. Criteria kunnen objectief zijn zoals [[verwantschap]], [[cultuur]], [[taal]] of [[religie]]. Subjectieve criteria zijn [[verbondenheid]] en [[Solidariteit (sociale wetenschappen)|solidariteit]] die gevoeld wordt door een [[Groep (sociologie)|groep]]. Als de natie grotendeels samenvalt met de [[staat]] wordt wel gesproken van een [[natiestaat]].
 
Dat het begrip natie omstreden is, heeft veel te maken met de ontwikkelingen rond de [[ideologie]] van de natie, het [[nationalisme]]. {{aut|[[Ernest Gellner|E. Gellner]]}} definieerde dit als ''een politiek principe, dat ervan uitgaat dat politieke en nationale territoriale eenheden samen moeten vallen''.<ref>{{aut|[[Ernest Gellner|Gellner]]}}, ''Nations and Nationalism'', Ithaca: Cornell University Press 1983.</ref> De definitie van de natie krijgt daarmee een sterke politieke lading en wordt ingevuld aan de hand van de achterliggende belangen.
 
Over het algemeen wordt het ontstaan van het nationalisme gesitueerd rond de [[Franse Revolutie]], terwijl het tot volle wasdom kwam in de negentiende eeuw, waarbij de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] voor het [[staatsnationalisme]] en de Duitse [[Romantiek (stroming)|Romantiek]] voor het [[cultuurnationalisme]] en het [[etnisch nationalisme]] twee belangrijke inspiraties waren.
Regel 8:
Het wetenschappelijke debat in de negentiende eeuw werd sterk beïnvloed door het [[primordialisme]] (''primordial attachments'', oorspronkelijke gehechtheden) dat stelde dat [[nationale identiteit]] een natuurlijk [[fenomeen]] zou zijn. Hierop kwam vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw de nodige kritiek. De natie zou een moderne uitvinding zijn, samenhangend met de overgang van [[traditioneel gezag]] naar [[rationeel-legaal gezag]] gedurende de [[Vroegmoderne Tijd]]. [[Gezag]] werd eerder [[Legitimiteit (politiek)|gelegitimeerd]] werd door de [[afkomst]] en het daarbij horende [[Sociale status|prestige]] van de heerser en was in veel mindere mate geografisch bepaald. In de [[Middeleeuwen]] gold land veelal als persoonlijk bezit van de heerser en kon als zodanig dan ook opnieuw verdeeld en samengevoegd worden.
 
Een proto-nationaal bewustzijn werd vooral gestimuleerd door aanvallen van buitenaf. Rond 1500 waren er in Europa nog zo'n 500 staatjes in competitie met elkaar. De expansiedrang van de diverse Europese vorstenhuizen en de daarmee gepaard gaande [[militaire revolutie]] bracht een consolidatie op gang waardoor het aantal staten rond 1900 was teruggebracht tot ongeveer 20. Om de economische, industriële en militaire macht te laten groeien moest een steeds groter beroep gedaan worden op de bevolking. [[Staatsvorming]] en nationalisme gingen dan ook volgens onder meer {{aut|[[Eric Hobsbawm|Hobsbawm]]}} vooraf aan [[natievorming]]:<ref>{{aut|[[Eric Hobsbawm|E. Hobsbawm]]}}, ''Nations and Nationalism Since 1780'', Cambridge: Cambridge University Press 1993.</ref>
:''Nationalism comes before nations. Nations do not make states and nationalists but the other way round.''