Staatsen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
AGL (overleg | bijdragen)
minder hoofdletters
Regel 1:
{{Zie artikel|Voor de politicus A.A.M.F. Staatsen (1943-2006), zie [[Jos Staatsen]].}}
De '''Staatsenstaatsen''' (ook wel '''Staatsgezindenstaatsgezinden''' of '''Staatse partij''' genoemd) waren tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]] de groep opstandelingen tegen het Spaanse gezag, geleid door de [[Staten-Generaal van de Nederlanden]], waarnaar ze vernoemd zijn. Na de Tachtigjarige Oorlog werd de benaming gebruikt voor de aanhangers van de Republiek, met als leiders de [[regenten]], tegenover de aanhangers van het [[Huis van Oranje-Nassau]], met als leider de [[stadhouder]].
 
== De Staatsenstaatsen in de Tachtigjarige Oorlog ==
De Staatsenstaatsen ontwikkelden zich naar verloop van tijd en organiseerden zichzelf steeds beter. Men kan de Staatsenstaatsen hoofdzakelijk op de volgende manier chronologisch indelen:
 
* Tot [[1566]]: [[protestanten]] en de steden in de Habsburgse Nederlanden. Zij verzetten zich tegen de [[ketter]][[plakkaat|plakkaten]] en [[centralisatie|centralisering]] die uitgingen van de regering in Madrid. Door het [[Smeekschrift der Edelen|smeekschrift]] hoopten de Nederlandse edelen de vervolging van protestanten te verminderen, hoewel ze daarmee hun leer niet goedkeurden.
 
* Tot [[1576]]: een groep [[Geuzen (Tachtigjarige Oorlog)|Geuzen]] onder aanvoering van veelal bezitloos geworden edelen als [[Willem van Oranje]] en zijn broers, [[Hendrik van Brederode (1531-1568)|Hendrik van Brederode]], [[Willem Bloys van Treslong]], [[Willem II van der Mark Lumey]] en hun huursoldaten, naast lokaal georganiseerd protestants verzet. Sommigen van hen hadden in de gewestelijke besturen of de Staten-Generaal gezeten, maar door hun sympathie voor de Opstand waren zij hieruit geweerd. Vanaf 1572 verklaarden de Staten van Holland en Zeeland zich openlijk opstandig, de andere gewestelijke Staten (met uitzondering van Luxemburg) volgden pas bij de [[Pacificatie van Gent]] (8 november 1576). Vanaf dat ogenblik staan de Staten-Generaal formeel achter de Opstand tegen de regeringslegers, hoewel de koning nog steeds erkend wordt. Men zou vanaf nu alle opstandelingen (zowel protestanten als katholieken) 'Staatsenstaatsen' kunnen noemen: het [[Staatse leger]] en de [[Staatse vloot]] werden opgericht.
 
* Tot [[1579]]: de [[Staten-Generaal van de Nederlanden]], vertegenwoordigd in de [[Unie van Brussel]]. Twee jaar en drie maanden trokken de Nederlandse gewesten gezamenlijk op in de strijd, en werkten samen in de Staten-Generaal. De samenwerking tussen gematigden en rechtlijnigen bleek erg moeizaam, en men verloor steeds meer terrein aan de regeringstroepen. Enkele steden en gewesten wensten een Nadere Unie te sluiten binnen de Unie van Brussel. Met de [[Unie van Atrecht]] op 6 januari echter haakten Henegouwen, Artesië en Rijsel, Dowaai en Orchies af, terwijl Luxemburg en Namen al in Spaanse handen waren.
 
* Tot [[1587]]: de gewesten en steden die aangesloten waren bij de [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]], de Nadere Unie die gesloten werd door hen die de Opstand wilden voortzetten. In 1581 vaardigden de Staatsenstaatsen het [[Plakkaat van Verlatinghe]] uit, waarmee men de troon van de koning voor 'verlaten' verklaarde. De Staten-Generaal gingen een opvolger zoeken om aan te nemen als nieuwe vorst. De oorlog liep in deze jaren slecht voor de Opstand, en er waren steeds minder gewesten vertegenwoordigd in deze 'opstandige' Staten-Generaal, en steeds meer in de 'regeringsgezinde' Staten-Generaal; de partijen stelden stadhouders aan over dezelfde gewesten.
 
* Tot het einde van de oorlog ([[1648]]): de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Republiek der Verenigde Nederlanden]]. In 1588 ontstond de Republiek bij het ontbreken van een koninklijke of adellijke opvolger van Filips II. De macht werd gedeeld door de Staten-Generaal (de regenten) en de stadhouders (die steeds vaker en tenslotte uitsluitend uit het [[Huis Oranje-Nassau]] kwamen). Gezamenlijk leidden zij het Staatse leger en de vloot.
Regel 17:
Het merendeel van de Staatse legers bestond uit [[huursoldaat|huursoldaten]] ([[waardgelder]]s), die het niet om de opstand maar om het geld te doen was.
 
== De Staatsenstaatsen als politieke stroming ==
In de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] werd de benaming Staatsenstaatsen (of '''Loevesteinersloevesteiners''')<ref name="Encarta">Encarta - Encyclopedie (1993-2002) s.v. ''staatsgezinden''. Microsoft Corporation/Het Spectrum</ref>ook gebruikt om de aanhangers van de Republiek aan te duiden, met de Staten-Generaal als hoogste macht, waarin de regenten zetelden. Zij zagen de monarchale strevingen van de Oranjes als een bedreiging van hun vrijheid en de macht van het [[graafschap Holland|gewest Holland]] binnen de Republiek. De Staatsen deden vaak een beroep op de Unie van Utrecht, die de soevereiniteit van elk gewest vastlegde.<ref name="Encarta"/>
 
Hun tegenstanders, de [[Orangisme (Republiek)|Orangistenorangisten]] (of Prinsgezindenprinsgezinden), waren aanhangers van de stadhouders van het Huis Oranje-Nassau: prins [[Maurits van Oranje]], prins [[Frederik Hendrik van Oranje]] en al hun nakomelingen.
 
In zekere zin waren de Staatsenstaatsen de voorlopers van de republikeinse [[Patriottenpatriotten]], als zijnde voorstanders van een op handel gericht beleid en tegenspelers van de Prinsgezindenprinsgezinden.
 
== Afgeleide begrippen ==