Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 38520837 van Zabot (overleg) ongedaan gemaakt - fout
Zabot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Proost - Koppeling(en) gewijzigd naar Proosdij, Proost (ambt)
Regel 6:
Het geslacht stamt uit Oost Friesland en heeft zich tijdens de 13e eeuw in de omgeving van [[Holwierde]] in [[Fivelingo (streek)|Fivelingo]] ([[Groningen (provincie)|Groningen]]) gevestigd. De naam Ripperda is ontleend aan de mannelijke voornaam Rippert (Rupert), zoals meer Friese geslachtsnamen eigenlijk patronymica zijn.
 
Leden van de familie speelden een voorname rol in het bestuur van [[de Ommelanden]]. Hun macht was vooral gebaseerd op het bezit van de [[proost|proosdij]] van [[Farmsum]], waardoor ze namens de [[Bisdom Münster|bisschop van Münster]] de kerkelijke rechtspraak in dit decanaat mochten uitoefenen. De familie werd al kort na de [[Reformatie]] [[Lutheranisme|luthersgezind]], maar bleef lange tijd op de hand van het Habsburgse bewind. Gezamenlijk wisten de verschillende takken van de familie hun invloed een aaneengesloten territorium van een stuk of twaalf dorpen in Fivelingo te verwerven, dat pas omstreeks 1620 weer uiteen viel.<ref>[http://ottoknot.home.xs4all.nl/werk/Fransemalezing_2008.pdf O.S. Knottnerus, ''Tussen twee grijpgrage vogels: burgers en herenboeren in de Renaissance'' (16e Fransemalezing), Appingedam 2008] (PDF)</ref> Het leeuwendeel van hun bezittingen vererfde op de familie Rengers.
 
In de 16e, 17e en 18e eeuw bekleedden telgen van het geslacht Ripperda belangrijke functies elders in de [[Nederlanden]] en [[Westfalen (streek)|Westfalen]], en behoorden zij tot de [[Ridderschap (instituut)|Ridderschap]]pen van [[Overijssel]], [[Drenthe]], [[Ridderschap van Zutphen|Zutphen]], [[Münster (stad)|Münster]] en [[Minden]]. Het geslacht is nauw verwant met meerdere aanzienlijke, adellijke geslachten in Nederland en Duitsland, zoals [[Ewsum (geslacht)|Van Ewsum]], [[Van Pallandt]], Rengers, [[Clant]], [[Kniphausen|Von Inn- und Knyphausen]], Van Twickel, Van Baer, [[De Vos van Steenwijk]], Von Schele, [[Von Münchhausen]], [[Staël von Holstein]], Von Münster en Von Oldenburg.
 
== Stamvaders ==
De eerste vermelding van een Ripperda dateert uit 1057 toen de rijke, Oostfriese landeigenaar, Frerik Ripperda (Frerich von Ripperda), bekend stond wegens zijn vroomheid en het bouwen van kerken. Het geslacht van de ''Riperti'' wordt in de Nederlanden voor het eerst genoemd in 1247 vanwege een vete met de familie [[Alberda]]. In 1268 was Ripertus de Nothensum [[Nansum]] een van de belangrijkste hoofdelingen in Fivelingo. Volgens een 16e-eeuwse familietraditie stamde het geslacht van een burcht, die was verdronken in de Eemsmonding. Het oudste archiefstuk dat refereert aan de familie stamt uit de jaren rond 1323 waarin een Aylwart Rippertha van de Were als medezijlrechter van Winsum wordt genoemd. Nagenoeg gelijktijdig leeft Thiacko Ryperta, die optreedt als medebelanghebbende bij een overeenkomst over het redgerschap in Holwierde. Wat echter de verwantschap van deze beide Ripperda’s en hun nakomelingen betreft, daaromtrent ontbreken duidelijke gegevens. Verder komt Siabbe Ripperda tussen 1380 en 1385 in meerdere oorkonden als hoofdeling in Garreweer en Dijkhuizen voor. Deze Siabbe zou volgens de Wiener Stammtafel der Ripperda’s een broer van Unico I zijn. Tenslotte vinden wij Ryppert Rypperde en Abbo Ripperda respectievelijk in 1422 en 1444 als hoofdelingen in Dongeradeel en bezitters van de Ripperda-State te Bornwird in Friesland. Deze Abbo maakte samen met ene Focko Ripperda deel uit van de groep van hoofdelingen die in 1444 het Verdrag van Groningen ondertekende. Wederom is het onduidelijk hoe deze Ripperda’s met elkaar verwant zijn. De formele stamvader der Ripperda's is echter Unico I Ripperda, die tussen de jaren 1375 en 1398 in vijf verschillende oorkonden voorkomt als [[hoofdeling]] en [[Proost (ambt)|proost]] van [[Farmsum]]. In mannelijke lijn stamt het huidige geslacht van hem af.
 
== Rijksbaronnen ==