Voorwaardelijk opzet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 84.26.77.225 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door 83.86.164.101
Regel 14:
== Elementen ==
Om te beoordelen of er sprake is van voorwaardelijk opzet hanteert de Hoge Raad twee vereisten:<ref>Jong, D.H. de; G. Knigge (2003). ''Ons strafrecht: het materiële strafrecht'', p. 107-108. Uitg.: Kluwer, ISBN 9038708165.</ref><ref>Roest, O.A.P. van der (2011). ''Basisboek Recht'', p. 575. Uitg.: Noordhoff, ISBN 9789001794330.</ref>
* Mogelijkheidsbewustzijn: de dader wist of kon weten wat de gevolgen waren, hij was op de hoogte of kon op de hoogte zijn van de <u>aanmerkelijke kans</u> dat het zo zou lopen (<u>weten</u>);
* De dader aanvaardde die kans en wilde zijn gedrag uitvoeren (<u>willen</u>).
Met andere woorden, de dader aanvaardde <u>willens</u> en <u>wetens</u> de kans dat zijn handelen een bepaald gevolg zou hebben.