Koolstofkringloop: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Capaccio (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
De '''koolstofkringloop''' is de bekendste biogeochemische [[kringloop]] en beschrijft alle processen waarmee het [[scheikundig element|element]] [[koolstof]] door het [[systeem Aarde]] circuleert. De koolstofkringloop beschrijft onder andere wat er gebeurt met door mensen uitgestoten [[koolstofdioxide]] in de [[aardatmosfeer|atmosfeer]]. Omdat koolstofdioxide een belangrijk [[broeikasgas]] is, vormen de onduidelijkheden binnen de koolstofkringloop een belangrijk onderzoeksterrein binnen de [[biochemie]], [[geochemie]] en [[klimatologie]].
 
Door de [[fotosynthese]] van [[planten]] wordt [[KooldioxideKoolstofdioxide|CO<sub>2</sub>]] uit de lucht vastgelegd in planten in de vorm van [[koolhydraat|koolhydraten]]. Een klein deel hiervan komt weer vrij door [[Celademhaling|dissimilatie]] van de plant. (zie verder: [[Koolstofkringloop#Kortlopende organische kringloop|Kortlopende organische kringloop]]).
 
== Atmosfeer ==
De [[Aardatmosfeer|atmosfeer]] bevat volgens [[IPCC]] 2001 750 Gt C.<ref name="IPCC 2001">Intergovernmental Panel on Climate Change (2001): ''Climate Change 2001 – IPCC Third Assessment Report''[http://www.grida.no/climate/vital/13.htm CO<sub>2</sub>-kringloop]</ref> (1 Gt C = 1 Gigaton koolstof = 10<sup>12</sup> kilogram koolstof.) Sindsdien is de CO<sub>2</sub>-concentratie gestegen tot 381 ml/m³ (komt overeen met [[ppmv]]), dat overeenkomt met een hoeveelheid van ongeveer 800 Gt C. Dat is rond 0,001 % van alle koolstof. Zij is daarmee net zoals de [[planten|vegetatie]] de kleinste koolstofopslag, maar reageert wel het snelst op veranderingen. De belangrijkste koolstofverbinding is kooldioxidekoolstofdioxide (CO<sub>2</sub>) met een aandeel in de lucht van 0,03 volume-% of 0,046 gewichts-%.
 
Daarnaast komen nog [[sporengas]]sen en verontreinigingen in de atmosfeer voor:
Regel 26:
| 10<sup>-4</sup> || ? || &nbsp;
|-
| vluchtigeVluchtige [[Koolwaterstofkoolwaterstof]] || &nbsp;
| &nbsp; || &nbsp; || &nbsp;
|-
Regel 57:
Men schat dat door deze symbiose jaarlijks 300 miljoen ton methaan wordt omgezet, hetgeen meer is dan 80 % van de door de bacteriën in het sediment afgegeven methaan.
 
Bij aanwezigheid van zuurstof kan methaan met zuurstof (O<sub>2</sub>) door [[aeroob|aerobe]], methaanoxiderende bacteriën volledig omgezet worden in [[kooldioxidekoolstofdioxide]] en water:<br />
<center><math>CH_4 + 2\,O_2 \rightarrow CO_2 + 2\,H_2O</math></center>
 
Regel 72:
De organismen in terrestrische (in de Aarde) [[ecosysteem|ecosystemen]] bevatten 800 Gt C en die in [[zee]]ën 3 Gt C, wat 0,001 % van de totale hoeveelheid koolstof is. Daarmee bevatten de organismen de kleinste hoeveelheid koolstof, maar zijn wel de motor van de kortlopende organische kringloop.
 
Hier dient voor de volledigheid bij aangetekend te worden dat koolstof doorgaans in de vorm van carbonaten in de aardmassa voorkomt. Carbonaten hebben een relatief laag soortelijk gewicht waardoor ze gemakkelijk in de oppervlaktelagen van de aardkorst terecht komen. Bovendien ontleden carbonaten bij hogere temperatuur gemakkelijk in oxiden en kooldioxidekoolstofdioxide, zoals tijdens vulkanische processen. De atmosfeer van de vroege Aarde bevatte daarom een relatief hoge concentratie kooldioxidekoolstofdioxide.
 
== Het proces per systeem ==
Regel 78:
In de atmosfeer vinden overwegend [[Natuurkunde|fysische]] transportprocessen plaats. Daar door wind een voortdurende menging plaatsvindt, is de CO<sub>2</sub>-concentratie in de onderste lagen van de aardatmosfeer overal hetzelfde.
 
Alleen op plaatsen, die gedurende een langere tijd voor de wind beschut zijn, kan de CO<sub>2</sub> zich aan de grond verzamelen. Voorbeelden zijn de kooldioxidemerenkoolstofdioxidemeren in [[Mijn (delfstoffen)|mijnen]] of grotten in vulkanisch actieve gebieden.
 
Methaan wordt in de loop van de tijd geoxideerd tot CO<sub>2</sub>.
Regel 98:
</center>
 
Bij veranderingen van de omstandigheden en de concentraties verschuiven de evenwichten. Zo wordt bij een verhoging van de CO<sub>2</sub>-concentratie in de aardatmosfeer het evenwicht naar rechts verschoven, de hydrosfeer neemt dan meer kooldioxidekoolstofdioxide op en bij een globale opwarming naar links.
 
=== Lithosfeer ===
Regel 247:
 
== Invloed van de mens op de koolstofkringloop ==
=== Oorzaken van de verhoging van de kooldioxideconcentratiekoolstofdioxideconcentratie===
Uit de analyse van boringen in het [[Antarctica|Antarctische]] ijs (blauwe lijn) blijkt dat de kooldioxideconcentratiekoolstofdioxideconcentratie tenminste in de laatste 650.000 jaar niet hoger is geweest dan 300 ml/m³.<ref name="RealClimate 11/2005">Schmidt, Gavin (2005):''650,000 years of greenhouse gas concentrations, Beitrag bei [http://www.realclimate.org RealClimate.org], siehe [http://www.realclimate.org/index.php/archives/2005/11/650000-years-of-greenhouse-gas-concentrations/ online] </ref>
Tijdens de [[IJstijd]]en was de concentratie met 180 ml/m³ lager dan tijdens de [[Interglaciaal|warmteperioden]]. Met het begin van de [[industriële revolutie]] steeg de concentratie exponentieel. (De rode lijn geeft de continue metingen van GAW-Station [[Mauna Loa]] op [[Hawaï]] sedert 1958 aan.)
[[Bestand:CO2Anstieg.png|thumb|CO<sub>2</sub>-verhoging in de aardatmosfeer]]
Regel 257:
De verbranding van biomassa ([[koolzaadolie]], [[hout]], [[afbranden]]) heeft alleen invloed op de kortlopende koolstofkringloop en draagt derhalve niet bij aan een verhoging op de langlopende.
 
Bij de [[cementproductie]] vormt calciumcarbonaat met [[klei]] (aluminiumsilicaat) een calciumsilicaat, waarbij kooldioxidekoolstofdioxide vrijkomt. Daarvan wordt slechts weer een deel door het toegevoegde bindmiddel door vorming van calciumcarbonaat aan de lucht onttrokken.
 
De vroeger gebruikte [[kalkmortel]] gaf een gesloten CO<sub>2</sub>-kringloop: de bij het branden gevormde CO<sub>2</sub> werd bij het uitharden weer gebonden.
 
Ook bij de [[glas]]productie komt kooldioxidekoolstofdioxide vrij. [[Natriumcarbonaat]] vormt met [[siliciumdioxide]] (zand) natriumsilicaat:
<center><math>Na_2CO_3 + SiO_2 \rightarrow Na_2SiO_3 + CO_2\uparrow</math></center>
 
=== Schattingen van nieuwe opslagmogelijkheden van koolstof ===
Bebossing en betere cultuurmaatregelen (erosiecontrole, speciale plantensoorten, gebruiksveranderingen van [[plantage]]s, omzetting van bouwland in grasland en andere maatregelen) verhogen de effectiviteit van de fotosynthese en dus de opslag van kooldioxidekoolstofdioxide door [[gewas]]sen. Dit verbruik wordt geschat op 1,202 tot 1,589 Gt C per jaar. (De variatie wordt veroorzaakt door de onzekerheid van het geschatte effect van nieuw aangeplante bossen, welke op 0,197 tot 0,584 Gt C per jaar wordt geschat). Hiertegenover staat het vrijkomen van 1,788 Gt C per jaar door afbranden.<ref>Bron: [[Science]], Vol. 288, Mai 2000</ref> De invloed van de oceanen als koolstofopslag op de koolstofkringloop werd o.a. in 1990-2002 in het internationale onderzoeksproject Joint Global Ocean Flux Study (JGOFS) onderzocht.
 
=== Adsorptie van kooldioxidekoolstofdioxide ===
Een andere methode voor de verwijdering van CO<sub>2</sub> uit de atmosfeer is gebaseerd op de chemische verwering van bepaalde mineralen. [[Olivijn]] is hiervan een bekend voorbeeld. Door het natuurlijke proces van chemische verwering van dit mineraal te versnellen zou een gigantische hoeveelheid CO<sub>2</sub> uit de atmosfeer kunnen worden verwijderd. Dit is mogelijk door het te verpulveren en uit te strooien op het land. Ongewenste neveneffecten zijn er eigenlijk niet, de restproducten bevorderen plantengroei als meststof.<ref>Olaf Schuiling, TV Programma [http://player.omroep.nl/?aflID=5655015 Llinke Soep 6 oktober 2007]</ref>
 
=== Gevolgen ===
==== Invloed op de fotosynthese ====
Voor de [[fotosynthese]] van landplanten zou een kooldioxidekoolstofdioxide-concentratie van 1&nbsp;‰ optimaal zijn. De verhoging van de fotosynthesesnelheid is echter minder dan verwacht, omdat het voor de carboxylering verantwoordelijk enzym [[rubisco]] (Ribulose-1,5-bisphosphate carboxylase/oxygenase) temperatuurafhankelijk is. Als gevolg van de stijgende temperatuur wordt de carboxyleringssnelheid van rubisco verlaagd. Dit geldt voor [[C3-plant|C<sub>3</sub>-planten]]. Vooropgesteld dat de oxidatiesnelheid van de organische stof bij een verhoging van de temperatuur wordt verhoogd volgens de [[Thermodynamica|thermodynamische]] wetten, ontstaat er een dynamisch positieve terugkoppeling van de beide processen met als gevolg een sneller stijgend CO<sub>2</sub>-gehalte van de aardatmosfeer → temperatuurverhoging → verhoging van de oxidatiesnelheid bij lagere of niet passende carboxyleringssnelheid → stijgend CO<sub>2</sub>-gehalte van de aardatmosfeer. Deze dynamiek vertraagt wanneer de carboxyleringssnelheid en de oxidatiesnelheid meer en meer met elkaar in evenwicht komen. Wordt de oxidatiesnelheid lager dan de carboxyleringssnelheid dan dalen het CO<sub>2</sub>-gehalte en de temperatuur. Het rubisco reageert op temperatuurverlaging met hogere carboxyleringssnelheden. Ook hier treedt wederom een positieve terugkoppeling op met daardoor sneller dalende temperaturen en CO<sub>2</sub>-gehalten. Deze dynamiek wordt veroorzaakt door het temperatuurafhankelijke rubisco. De conclusie is, dat wanneer de door de mens veroorzaakte dynamiek van hogere temperaturen en CO<sub>2</sub>-gehaltes in de aardatmosfeer op gang is gekomen er een eigen dynamiek ontstaat, die niet meer door de mens te stoppen is.
 
==== Verstoring van de koolstofkringloop ====
De verhoging van het kooldioxidegehaltekoolstofdioxidegehalte in de aardatmosfeer zorgt voor een hogere oplossing van CO<sub>2</sub> in het zeewater. Door de vorming van [[waterstofcarbonaat|koolzuur]] wordt de [[pH]] van het zeewater lager (zuurder). Daardoor wordt de [[biogeen|biogene]] (organische) en abiogene (anorganische) neerslag van de kalk verhinderd. Als gevolg daarvan zal de hoeveelheid [[fytoplankton]] afnemen alsook de hoeveelheden gefotosynthetiseerde stoffen.
 
Door de pH-verlaging van de regen en het water zal de verwering van [[kalksteen]] en daarmee het verbruik van CO<sub>2</sub> toenemen. Daar geochemisch gevormde hoeveelheden echter zeer klein zijn, speelt dit effect op de korte termijn geen rol.