Marke (bestuur): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 11:
Elke buurschap had een afgebakend grondgebied ter beschikking, de '''marke'''. Incidenteel kon een marke ook bestaan uit verscheidene buurschappen. De marke was als onverdeeld grondgebied in gezamenlijk eigendom van de eigenaren van de boerderijen in de buurschap, die er elk een vastgesteld aandeel in hadden. Dit aandeel wordt [[waardeel]] genoemd. De hoeveelheid waardelen die iemand bezat bepaalde hoeveel macht hij had in de boermarke. Tot de landerijen van een marke behoorden ook de [[meent]]en, waar elke markegenoot recht had ('gewaard' of 'gewaardeeld' was) tot een aantal zaken als het laten grazen van een aantal stuks vee of het steken van een bepaalde hoeveelheid [[Turfsteken|turf]].<ref>''Mark (1)'', Grote Winkler Prins, 7e editie, deel 12, blz. 643-644</ref>
 
Aan het hoofd van een markeorganisatie stond een ''markerichter''.<ref>http://www.landgoed.info/landgoedlijst/wiggershuizen%20ea/wiggershuizen.html Landgoed.info</ref>. De inwoners van een marke werden ''markegenoten'' genoemd. Ook in het geval dat de landerijen van een marke in handen kwamen van een [[Heer (feodalisme)|heer]], bleven de leenmannen gebruiksrechten behouden, hetgeen ''markerecht'' (of ''markekeure'') werd genoemd. Zaken met betrekking tot het beheer van de marke werden opgeschreven in een [[markeboek]]. Ter verdediging had men de ''markeweer''.
 
De marke kon erg groot zijn. In de Drentse en Groningse [[veenkolonie|veenkoloniën]] waren de aanliggende buurschappen eigenaar van enorme percelen woeste grond, die later zeer waardevol bleken te zijn.