Gerard Carel Coenraad Vatebender: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wikix-oud (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
flinke poets
Regel 1:
{{Infobox persoon
'''Gerrit Carel Coenraad Vatebender''' ([[Hasselt (Overijssel)|Hasselt]], [[23 augustus]] [[1758]] - [[Den Haag]], [[31 januari]] [[1822]]) was dichter, rector, pedagoog en onderwijsvernieuwer ten tijde van de [[Bataafse Republiek]].<ref>http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu04_01/molh003nieu04_01_1953.php </ref>
| naam = Gerrit Carel Coenraad Vatebender
| afbeelding =
| onderschrift =
| volledigenaam =
| geboorteplaats = [[Hasselt (Overijssel)|Hasselt]]
| geboortedatum = [[23 augustus]] [[1758]]
| sterfplaats = [[Den Haag]]
| sterfdatum =[[31 januari]] [[1822]]
| nationaliteit = Nederlandse
| beroep = rector
| bekendvan =
| religie =
| politiek =
| zieook =
| website =
| handtekening =
| portaal =
}}
'''Gerrit Carel Coenraad Vatebender''' ([[Hasselt (Overijssel)|Hasselt]], [[23 augustus]] [[1758]] - [[Den Haag]], [[31 januari]] [[1822]]) was dichter, rector, pedagoog en onderwijsvernieuwer ten tijde van de [[Bataafse Republiek]].<ref>Zuidema, E. [http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu04_01/molh003nieu04_01_1953.php Vatebender, Gerrit Carel Coenraad] in: Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, deel 4, 1918</ref>
==Leven en werk==
HijVatebender was de zoon van deJan burgemeester vanChristiaan LochemVatebender en stadssecretarisMaria van [[Borculo]]Reitz.<ref>http://oudheidkamertwente.nl/index.php?pagina=media_historisch&p=50 </ref> Hij studeerde letteren en humaniora in Harderwijk en theologie in Leiden, maar behaalde geen graad. In 1776 werd hij aangesteld bij de [[Latijnse school]] in Haarlem;. inIn 1779 werd hij conrector, en in 1784 rector van de Latijnse School in Gouda.
 
Vatebender was tevens redacteur van de Goudse Courant. Hij was lid van de Goudse [[rederijkerskamer]] ''de Goudsbloem'': net als zijn aanstaande schoonvader, burgemeester [[Jan Jacob Slicher]],. Hij trouwde in 1796 in Den Haag met diens dochter Louise Elisabeth Wilhelmina. Andere leden van de Goudse rederijkerskamer waren de archivaris [[Hendrik van Wijn]], de dichteres [[Petronella Moens]], [[Jan Couperus]], Jan Verveer, Gerrit Brender à Brandis en, [[Abraham Vereul|Abraham]] en Jan Jacob Vereul.<ref>http://antiqbook.nl/boox/zilver/1133.shtml </ref> Het genootschap telde relatief veel vrouwelijke leden.<ref>Marleen de Vries (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 266-268.</ref>
Hij was de zoon van de burgemeester van Lochem en stadssecretaris van [[Borculo]].<ref>http://oudheidkamertwente.nl/index.php?pagina=media_historisch&p=50 </ref> Hij studeerde letteren en humaniora in Harderwijk en theologie in Leiden, maar behaalde geen graad. In 1776 werd hij aangesteld bij de [[Latijnse school]] in Haarlem; in 1779 werd hij conrector, in 1784 rector in Gouda.
 
In 1793 won Vatebender een prijs op het gebied van onderwijshervorming uitgeschreven door het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Hij was voorstander van het scheppen van gelijke kansen voor iedereen en voor het voortzetten van de basisvorming na de lagere school.<ref>Boekholt, P. Th. F. M. [et al.] [http://books.google.nl/books?id=qnpzDTCal4cC&pg=PA14&lpg=PA14&dq=Vatebender+Gouda&source=bl&ots=saxtI8zZ22&sig=tbsbybWAYdLUnQ9btci8bZWnVS8&hl=nl&ei=NNc0TPSMA8SoOMis-OEB&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=4&ved=0CB0Q6AEwAw#v=onepage&q=Vatebender%20Gouda&f=false Tweehonderd jaar onderwijs en de zorg van de Staat], Assen, 2002</ref> Hij was voorstander van nationaal onderwijs door middel van van opvoedingsinstituten.<ref>Boekholt, P. Th. F. M. en E.P. de Booy [http://www.dbnl.org/tekst/boek009gesc01_01/boek009gesc01_01_0008.php Geschiedenis van de school in Nederland], Assen, 1987</ref>
Vatebender was tevens redacteur van de Goudse Courant. Hij was lid van de Goudse [[rederijkerskamer]] ''de Goudsbloem'': net als zijn schoonvader, burgemeester [[Jan Jacob Slicher]], de archivaris [[Hendrik van Wijn]], de dichteres [[Petronella Moens]], [[Jan Couperus]], Jan Verveer, Gerrit Brender à Brandis en [[Abraham Vereul|Abraham]] en Jan Jacob Vereul.<ref>http://antiqbook.nl/boox/zilver/1133.shtml </ref> Het genootschap telde relatief veel vrouwelijke leden.<ref>Marleen de Vries (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 266-268.</ref>
 
Vatebender leidde in januari 1795 de eerste vergadering van de municipaliteit, het voormalige stadsbestuur van Gouda. Na de overname van de macht door de patriotten moest er een nieuw bestuur gekozen worden. Vatebender werd zelf gekozen tot provisioneel president van de Goudse municipaliteit.<ref>Wal, R. van der ''Sterke overheid en mondige burger'' in Duizend jaar Gouda, blz. 556 Hilversum 2002</ref> In dat zelfde jaar werd hij commies bij de opvolger van de [[Admiraliteit]], het Comité tot de zaken van Marine in Den Haag. Hij verhuisde - tot verdriet van de curatoren van de Latijnse School - naar Den Haag. De curatoren probeerden hem voor Gouda te behouden. Ondanks dat hun pogingen vruchteloos waren gaven zijn hem ƒ 250 als "vertrekpremie".<ref>Kesper, L.A. Uit de geschiedenis van het stedelijk Coornhert-Gymnasium te Gouda, blz. 48, Gouda, 1964</ref> In 1796 werd hij vertaler uit het Frans en Latijn. In dat jaar maakte hij deel uit van de [[Eerste Nationale Vergadering]] als plaatsvervanger van Jan Couperus<ref>Parlement & Politiek: [http://www.parlement.com/id/vg09llx426sq/g_c_c_vatebender G.C.C. Vatebender]</ref> In 1804 werd hij hoofdcommies op het postkantoor van Den Haag en krijgsagent van [[August van Saksen-Gotha-Altenburg|de hertog van Saxen-Gotha]].
In 1790 won hij de tweede prijs door een ''Plan van een Nederlandsche opvoeding'' te schrijven over de meest verkieselijke opvoeding, een publieke of een huiselijke. <ref>http://www.verreverwanten.nl/themas/scholen%20en%20onderwijs/invloed%20van%20de%20verlichting/914.html </ref> Hij hield een consequent pleidooi voor verschillende schooltypes die elkaar logisch opvolgen: een Hollandse school, een Franse school, en een Latijnse school. Dat was een revolutionaire gedachte omdat lager onderwijs voor de meeste kinderen al een eindstadium was.<ref>Tweehonderd jaar onderwijs en de zorg van de Staat
Door P. Th. F. M. Boekholt [http://books.google.nl/books?id=qnpzDTCal4cC&pg=PA14&lpg=PA14&dq=Vatebender+Gouda&source=bl&ots=saxtI8zZ22&sig=tbsbybWAYdLUnQ9btci8bZWnVS8&hl=nl&ei=NNc0TPSMA8SoOMis-OEB&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=4&ved=0CB0Q6AEwAw#v=onepage&q=Vatebender%20Gouda&f=false]</ref> <ref>http://www.dbnl.org/tekst/boek009gesc01_01/boek009gesc01_01_0008.php </ref> Hij sprak zich uit voor een stelsel van gesubsidieerde kostscholen. Kinderen moesten zo vroeg mogelijk het huis uit.<ref>Kloek, J. & W. Mijnhardt (2001) 1800. Blauwdrukken voor een samenleving, p. 252, 289-290.</ref> [[Betje Wolff]] zag veel meer in een verbetering van de opvoeding thuis.
 
Vatebender overleed in januari 1822 op 63-jarige leeftijd in zijn woonplaats Den Haag.
In 1795 werd hij benoemd in de municipaliteit van Gouda en commies bij de opvolger van de [[Admiraliteit]], het Comité tot de zaken van Marine. In 1796 werd hij vertaler uit het Frans en Latijn. In 1804 werd hij hoofdcommies op het postkantoor van Den Haag en agent van [[August van Saksen-Gotha-Altenburg]].
 
==Bibliografie==
*''Mengelwerk, in ongebonden en gebonden stijl'', Delft 1802
*''Aanspraak van den burger G.C.C. Vatebender op den 19 december 1799''
*''Over het caracter, de kundigheden en vereischte zielsgesteldheid van een waardigen vertegenwoordiger des volks'', 1795
*''Oratio ad synodi Hollandiæ australis patres conscriptos'', Gouda 1789
{{Appendix}}