Suppletie (taalkunde): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Iets herschreven |
|||
Regel 1:
'''Suppletie''' is
De term "suppletie" is afgeleid van het Engelse werkwoord ''to supply'', dat "aanleveren" betekent; een "gat" in een bepaald paradigma wordt opgevuld met een nieuwe vorm.
Regel 7:
Het meest kenmerkend aan suppletieve vormen is dat ze niet kunnen worden afgeleid met behulp van de gebruikelijke grammaticale regels. Dergelijke vormen worden daarom in officiële grammatica's "onregelmatig" genoemd. Dergelijke vormen leveren vooral problemen op bij het proces van [[taalverwerving]] en het leren van een [[vreemde taal]].
== Voorbeelden
* In het [[Nederlands]] en de meeste andere talen is het belangrijkste voorbeeld van suppletie de vervoeging van het werkwoord ''zijn''. Dit bevat de [[stam (taalkunde)|stammen]] van maar liefst drie verschillende werkwoorden. Er zijn nog steeds twee infinitieven: ''zijn'' en ''wezen'': Een derde werkwoord heeft nog wel [[cognaat (taalkunde)|cognaten]] in
*#zijn, zij, zijnde, zijt
*#wezen, geweest, gewezen, was, waren, waart (De afwisseling z-r komt ook voor in werkwoorden als vriezen-vroor en verliezen-verloor - dit is van oorsprong hetzelfde werkwoord)
|