Burgerlijk Wetboek (Nederland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Legobot (overleg | bijdragen)
k Verplaatsing van 4 interwikilinks die op Wikidata beschikbaar zijn op d:q1014906
AGL (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
==Het ontstaan van het BW==
===Het homologatiebevel van Karel V===
De [[codificatie]]geschiedenis van het Burgerlijk Wetboek begint bij het [[homologatiebevel]] van [[Karelkeizer V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]]. In de gebieden van Karel V was de [[rechtsverscheidenheid]] groot. Zo was het recht in de Spaanse landen anders dan dat in de Nederlanden, en ook binnen de Nederlanden verschilde het recht per [[gewest (Lage Landen)|gewest]]. Zelfs binnen de gewesten kon het recht van [[stad]] tot stad verschillen. In 1531 liet Karel V daarom het homologatiebevel uitgaan: alle in de Nederlanden geldende [[gewoonterecht]]en moesten worden opgetekend en naar [[Brussel (stad)|Brussel]] worden gestuurd ter goedkeuring. Alvorens de goedkeuring werd verleend konden er wijzigingen worden aangebracht. Karel V ging daarmee in tegen de tot dan toe heersende opvatting dat de gewoonte een autonome rechtsbron was. Hij tolereerde de gewoonte slechts voor zover hij haar kende en goedkeurde. De gewesten in de Nederlanden zagen om die reden in het homologatiebevel een bedreiging van de eigen identiteit. Het op schrift stellen en verzenden werd daardoor veelal vertraagd.
 
Hoewel de gewesten niet genegen waren om het homologiebevel van Karel V uit te voeren, leidde zijn bevel wel tot een aantal initiatieven tot optekening van de diverse gewoonterechten. De aldus ontstane geschriften waren echter niet op te vatten als codificaties, want de optekening garandeerde niet dat er later geen nieuw gewoonterecht zou ontstaan. Zij hadden echter wel een [[bewijsrecht]]elijke functie. Wie zich beriep op een gewoonte moest voor de [[rechter]] bewijzen dat die gewoonte inderdaad bestond. Een dergelijk [[wiskundig bewijs|bewijs]] was niet nodig als men zich op een opgetekende gewoonte beriep. Deze gewoonten werden opgevat als ''notoire costumen'', en het werd overbodig geacht om deze "notoire feiten" te bewijzen.