Joris Minne: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Uitgezuiverd.
Regel 1:
Samen met [[Frans Masereel]], [[Jan-Frans Cantré]], [[Jozef Cantré]] en [[Henri Van Straten]] hoorde de Antwerpenaar '''Joris Minne''' tot de '''Vijf''', die de Vlaamse houtsnijkunst renoveerden, na de eerste wereldoorlog.
 
Joris minneMinne werd te [[OostendseOostende]] geboren op 11 mei [[1897]]. Kort daarop gingen zijn ouders te [[Antwerpen]] wonen, waar hij stierf op 2 april [[1988]].
 
In 1917 volgt hij, na zijn hogere middelbare, lessen aan de tekenacdemietekenacademie te [[Berchem]]. Hij raakt er bevriend met de kunstschilders [[Jos Vinck]], [[Frans Mortelmans]] en [[Lode Ivo]].
 
In 1919 begint kunstrescencist [[Roger Avermaete]] de redactie van het tijdschrift "Lumière". Joris Minne is één van de medestichters van de groep er omheen.
Regel 11:
In 1926 is hij medestichter van "De Vrije Academie", het latere Instituut voor Kunstambachten.
 
In 1927 wordt hij professor aan de Brusselse Nationale Hogere School voor BoukunstBouwkunst en Sierkunsten "Ter Kameren", op aandringen van [[Henry Van de Velde]].
 
Tussen 1932 en 1933 bereikt hij een hoogtepunt als burijgraveurburijngraveur, ontstaan zijn eerste droge-naald-etsen en begint hij te beeldhouwen. Het "Scheldemonument" van zijn hand, uitgevoerd in rood koper, zal trouwens geplaatst worden in het bekende Middelheimpark van Antwerpen, in 1982.
 
In 1937 krijgt Joris Minne een regeringsopdracht op de Internationale Tentoonstelling van [[New-York]]. Hij neemt er de leiding van de afdeling Publiciteit aan de Belgische stand.